Vandaag 1997: politicus Hendrik Fayat overleden – ‘Ik ben flamingant geworden omdat ik socialist was’
Hendrik Fayat (1908-1997)
foto © Wikimedia Commons/Joop van Bilsen - Anefo
Hendrik Fayat was socialist én flamingant in een periode waarin dat steeds minder evident werd. Niettemin schopte hij het als zeer verdienstelijk parlementslid uiteindelijk tot minister.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn Jette (Brussel) overlijdt de Vlaamse socialistische politicus Hendrik Fayat; hij is 89. ‘Ik ben flamingant geworden omdat ik socialist was’, is een van zijn befaamde uitspraken. Ze klopt ook.
Fayat, geboren in 1908 in Sint-Jans-Molenbeek, studeert rechten aan de Université libre de Bruxelles (ULB). Als Vlaamsgezind student is hij lid van Geen Taal Geen Vrijheid en in 1931 sticht hij, samen met Jef Rens en Maurits Naessens, het Vlaams Verbond van Socialistische Studenten.
In 1935 vestigt hij zich als advocaat in Brussel, waar hij onmiddellijk in het bestuur van het Vlaams Pleitgenootschap bij de Balie te Brussel wordt opgenomen. In de Belgische Werkliedenpartij (BWP) laat hij zich al vlug opmerken als een pleitbezorger van de Vlaamse eisen. Tijdens het eerste Vlaams Socialistisch Congres van 1937 is Fayat verslaggever over het taalvraagstuk in Brussel. Vanaf 1938 schrijft hij ook geregeld in het dagblad Vooruit over de Vlaamse eisen.
In mei 1942 vertrekt Fayat naar Groot-Brittannië om er als vrijwilliger dienst te nemen in het Belgisch leger. In juli 1943 wordt hij kabinetschef van de katholieke minister van Binnenlandse Zaken August de Schryver, een functie die hij ook behield in de naoorlogse regering-Pierlot. In 1946 wordt Fayat verkozen tot volksvertegenwoordiger voor Brussel. Zijn debuutrede in de Kamer gaat over de vernieling van de IJzertoren en in zijn tussenkomsten klaagt hij geregeld wantoestanden op taalgebied aan.
Fayat behoort na de oorlog tot de oprichters van het August Vermeylenfonds. In 1946 wordt hij lid van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tussen 1952 en 1958 ligt hij samen met de Nederlandse hoogleraar Pieter Geyl aan de basis van de vijf Vlaams-Nederlandse socialistische congressen. In 1948 wordt Fayat benoemd tot docent koloniaal recht aan de ULB, in 1961 promoveert hij tot hoogleraar.
Fayat wordt in mei 1957 voor het eerst minister, op het departement Buitenlandse Handel. Hij zorgt voor enige opschudding in Franstalige kringen door op internationale bijeenkomsten niet het Frans, maar wel het Nederlands en het Engels te gebruiken.
De wraak komt: bij de verkiezingen van 1968 worden Hendrik Fayat en zijn Vlaamse collega Frans Gelders jr., op de socialistische lijst naar onverkiesbare plaatsen verbannen. De Vlamingen reageren met de oprichting van de Rode Leeuwen, waardoor Fayat en Gelders herkozen worden. Fayat wordt opnieuw minister van Buitenlandse Handel (1968-1971), maar de Rode Leeuwen kunnen hun electoraal succes van 1968 niet herhalen.
Hoewel Fayat bij de parlementsverkiezingen van 1971 zijn Kamerzetel verliest, wordt hij staatssecretaris voor Buitenlandse Handel (1972) en daarna staatssecretaris voor het Havenbeleid (1973). Bij de regeringswijziging van oktober 1973 verdwijnt Fayat uit de bewindsploeg. Nadat Hendrik Fayat in oktober 1973 de actieve politiek heeft verlaten, wordt hij van 1978 tot 1986 voorzitter van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV).
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Frans Daels wordt Vlaamsgezind als militair arts aan het IJzerfront. Hij zet de IJzerbedevaarten mee op, daarnaast is hij een veelvuldig gelauwerd arts vanwege zijn medisch onderzoek.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.