Vandaag 1963: Aldous Huxley overleden. Is zijn ‘Brave New World’ nu werkelijkheid?
Aldous Huxley (1894-1963)
Brave New World waarschuwt voor overbevolking en staatscontrole over nieuwe, krachtige technologieën waarmee de bevolking tot ‘geluk’ wordt gedwongen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAldous Huxley wordt geboren in Godalming (Engeland) in een intellectuele familie. Zijn ouders hadden elkaar ontmoet in Oxford, waar hij ook zelf studeerde. Zijn halfbroer Julian Huxley krijgt in 1963 de Nobelprijs Geneeskunde. Aldous ziet zijn hele lang slecht en wordt vrijgesteld van legerdienst. Hij sluit aan bij de literaire Bloomsburygroep en publiceert gedichten.
Zo ontmoet hij Virginia Woolf, Bertrand Russell en David Herbert Lawrence met wie hij verbonden blijft tot diens dood in 1930. Na het succes van Crome Yellow (1921) en Counter Point (1928) verhuist hij naar Zuid-Frankrijk en in 1937 naar de Verenigde Staten. Hij sterft wereldberoemd op 22 november 1963, de dag van de moord op John F. Kennedy.
Brave New World, in het Nederlands Heerlijke nieuwe wereld, is een dystopie, een akelige utopie. Niet brute kracht wordt gebruikt om instemming te verkrijgen, maar voortdurende conditionering.
Huxley beschrijft hoe de seksuele voortplanting verdwijnt. Mensen worden geproduceerd in reageerbuizen, in 8 tot 96 identieke kopieën. Verdeeld in genetische klassen (van de grofste Epsilon tot de meest ontwikkelde Alfa) ondergaan ze tijdens hun slaap conditionering: duizenden keren wordt herhaald ‘Iedereen is nu gelukkig’, ‘Vooruitgang is heerlijk’. Doel van deze conditionering is om mensen te doen genieten van hun verplichte sociale bestemming.
De wereldbevolking is gestabiliseerd, er zijn geen oorlogen meer. Rond de leeftijd van 60 treedt de dood in, zonder voorafgaande tekenen van veroudering. Het goede wordt gereduceerd tot welzijn, de politiek tot het beheer van individuele materiële belangen. Afgezien van voorbestemd werk (de Epsilons draaien moeren en vinden dat leuk) onderhouden spelletjes een eeuwig ‘heden’, een bioscoopgevoel.
Chemische moleculen zorgen voor ersatz-emoties: een vervanging voor zwangerschap of gewelddadige passie, een seksuele kauwgom. Geld is verdwenen en werknemers worden betaald in ‘Soma-pillen, euforisch, verdovend, aangenaam geestverruimend’. Daarmee kan je een paar uur buiten de tijd reizen zonder bijwerkingen.
Na de sluiting van musea, de vernietiging van historische monumenten en boeken van vroeger, bestaat het verleden niet meer. ‘We hebben geen behoefte aan oude dingen, vooral niet als ze mooi zijn. Schoonheid trekt aan en we willen niet dat mensen zich aangetrokken voelen tot oude dingen, we willen dat mensen van nieuwe dingen houden’. De rebellen, degenen ‘die iemand zijn’, worden weggepromoveerd of naar een eiland gestuurd.
Wie ontsnapt aan de conditionering (comfort en verplicht geluk, ook seksueel) wordt beschouwd als een dierentuindier. Er worden pinda’s naar hem gegooid en uiteindelijk hangt hij zichzelf op omdat ‘de beschaving niet het minst behoefte heeft aan adel of heldenmoed’.
Gevangenismuren zijn onzichtbaar geworden, de gevangene bedankt zijn cipier. De dictator heeft geen slachtoffers nodig om te fusilleren, maar bekeerlingen. De vijand: ‘Waakzame mensen die hun vrijheid willen veiligstellen’.
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Frans Daels wordt Vlaamsgezind als militair arts aan het IJzerfront. Hij zet de IJzerbedevaarten mee op, daarnaast is hij een veelvuldig gelauwerd arts vanwege zijn medisch onderzoek.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.