Vergeet trollen: data is de toekomst van het politieke bedrijf
Knack slaat de bal mis
Niet het fenomeen van de trol is bepalend voor het politieke landschap, wel de invloed van data en data-analyse.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Trollen hebben de spelregels van de Vlaamse politiek veranderd’. Onderzoeksjournalistiek is duur en arbeidsintensief. Een twitterfeed en enkele private messages analyseren als “exclusief interview” leveren natuurlijk goedkope kopij op. Als we Knack mogen geloven wordt het politieke debat binnenkort overheerst door het fenomeen de “politieke trol”. Indien U zich afvraagt of U zich aangesproken dient te voelen, is het wijs om de definitie gehanteerd door hoofdredacteur Bert Bultinck er even bij te nemen: “Trollen zijn internetgebruikers die chaos, twijfel en twist zaaien, onder meer door leugens en valse verhalen te lanceren, bijvoorbeeld om politieke debatten te beïnvloeden.”
Volgens Knack bestaat het fenomeen van de trol zowel aan rechter- als aan linkerzijde. Maar toch slagen ze erin slechts één vermeende linkse trol aan het woord te laten. Zo wordt verwezen naar Philip Roose, Michaël Devoldere en Gele Robbie aan “rechterzijde”. Stuk voor stuk zeer actieve en uitgesproken twitteraars, maar de bewering dat ze de leugens en valse verhalen lanceren om het debat te beïnvloeden getuigt ofwel van complete wereldvreemdheid, dan wel een vergevorderde vorm van paranoia. Hetzelfde kan ook gezegd worden van Pensioenspookje aan de andere zijde van het spectrum. Spook’s meningen worden gretig gedeeld door links, en men mag het totaal met hem eens of oneens zijn, maar van een georganiseerde en georchestreerde aanval vanuit linkerzijde kunnen we hem écht niet beschuldigen. Dat Knack haar eigen journalisten – zeer actief én uitgesproken op twitter – niet vermeldt is ook veelzeggend. En dat Knack haar frustratie botviert op enkele kritische twitteraars die het magazine regelmatig in het vizier nemen laat ik zelfs volledig in het midden.
Nochtans is er tot op vandaag slechts één bewezen en gedocumenteerde trolactie aantoonbaar in Vlaanderen, namelijk toen het kabinet van Kris Peeters enkele jaren geleden de Antwerpse CD&V-aanhang mobiliseerde om ook op sociale media de N-VA te bestoken met haar eigen visie op veiligheid. Dit moest samen met de beuling-actie het kroonstuk worden van een marketingstrategie om Kris Peeters het Schoon Verdiep binnen te loodsen. Trump of Poetin avant la lettre. Dat Knack dit niet vermeldt, wijst er op dat het stuk toch vooral geschreven is vanuit een puberale knulligheid, aangezien dit nieuws enkele jaren geleden dagenlang voorpaginanieuws was. Tot dusver de onderzoeksjournalistiek.
Zageventen aan de toog
Maar zelfs indien de politieke trol echt bestaat, dan nog is het compleet van de pot gerukt ervan uit te gaan dat dit de spelregels van het Vlaamse politieke bedrijf zal wijzigen. Twitter is een medium met een heel beperkt bereik, heel incrowd, een betrekkelijke geïsoleerd dorp in het politieke landschap. Politieke partijen investeren in twitter omdat dit een medium is dat influencers (opiniemakers, journalisten) gebruiken, niet omdat dit een breed bereik heeft. Om het in analoge termen uit te drukken: voor een politicus die campagne voert is twitter hetzelfde als gaan flyeren in dat ene café met steeds dezelfde vier zageventen aan de toog, die al lang hun mening gevormd hebben, laat staan van plan zijn deze te herzien. Veel interessanter is om de markt aan te doen, of de vrolijke jan of miet uit te hangen op de Chirofuif.
Hetzelfde geldt ook in digitale tijden. Het zou een belachelijke investering zijn van politieke partijen om via twitter te proberen hun mening door te drukken. Sommige journalisten gaan er zelfs van uit dat — om één Vlaams-nationalistische partij niet met naam te hoeven noemen — debatfiches worden opgemaakt voor de twitter-achterban. Niet alleen is dit een gigantisch risico, het levert ook niets op.
Dé uitdaging die het politieke landschap wel zal wijzigen is de impact door het gebruik van data en data-analyse. Grote fintech bedrijven zoals Google, Facebook of Amazon beschikken vandaag over een schat aan informatie over uw reilen en zeilen die ze op de markt zullen aanbieden, ondanks de nieuwe Europese privacyregelgeving. Met de nieuwe PSD2-regelgeving zal ook uw bank zich binnenkort op deze datamarkt begeven. Om het met een boutade te zeggen: data is de nieuwe olie. Een schat aan informatie. Ook politieke partijen zullen hier meer en meer op inzetten in hun campagnes. Het potentieel is enorm. Denk welk voordeel het voor partij A oplevert ten opzichte van partij B indien men weet wat uw inkomen en bestedingspatroon is (via de banken), welke boeken U onlangs besteld hebt op Amazon, en welke artikels U geliked heeft op Facebook. Stel dat U onlangs aanwezig was op een manifestatie rond verkeersveiligheid, artikels likete over strengere ordehandhaving en een boek bestelde van Theodore Dalrymple… En de volgende dag krijgt U een op maat gemaakte verkiezingsflyer in uw mailbox of op uw Facebookwall.
In de Verenigde Staten is men reeds aan het experimenteren hiermee, getuige de hele heisa rond Cambridge Analytics. Dat data-analyse een enorme impact zal hebben op de verkiezingen van 2018 en 2019 in Vlaanderen valt nog te betwijfelen, nadien ligt de weg open. Maar één ding staat vast: dit zal een veel grotere impact hebben dan enkele linkse of rechtse trollen.
Pieter De Wet (1984) schrijft vooral over internationale thema's en de relatie Vlaanderen-buitenland, iets wat ook zijn privéleven kenmerkt. De voorbije jaren wandelde hij van het Luxemburgplein over de Wetstraat naar het Martelaarsplein. Zijn andere dada's zijn Japan, Zuidelijk Afrika en de verhoudingen tussen pers en politiek.
Martin Selmayr, voorheen kabinetschef van Jean-Claude Juncker, werd eind februari benoemd tot secretaris-generaal van de Europese Commissie. Die benoeming doet veel vraagtekens rijzen.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.