JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Verkeerschaos in ’t Stad

Koen Kennis reageert

Koen Kennis18/1/2022Leestijd 4 minuten

mobiliteit

mobiliteit

foto © Gerard Stolk

Antwerps schepen van Mobiliteit Koen Kennis reageert op de kritiek van Herman Welter op het mobiliteitsbeleid van ’t Stad. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Antwerps schepen van Mobiliteit Koen Kennis reageert op de kritiek die Herman Welter in Doorbraak uitte op het mobiliteitsbeleid van ’t Stad. 

Tijdens het kerstreces deed zich in Antwerpen iets voor wat in het vakjargon een ‘a perfect storm’ heet. Een toevallige samenloop van omstandigheden die elkaar onderling versterken en voor randeffecten zorgen. In dit geval voor de Antwerpse mobiliteit.

Onbekend maakt onderbenut

De aanleiding was een plotse en onverwachte totale economische lockdown in Nederland, vlak voor de kerstinkopen. En dit in een sanitaire context waarbij mensen — tot spijt van wie het benijdt — de veiligheid van de eigen bubbel in de auto verkiezen boven het collectieve vervoer. Dat laatste was trouwens ook overbelast. Combineer dat met de wetenschap dat Antwerpen sowieso een favoriete uitstap is voor heel wat Nederlanders, en je hebt meteen een verklaring voor de grote drukte in het Antwerpse stadscentrum. Voor Herman Welter gaf dit aanleiding tot een bijdrage in Doorbraak d.d. 17 januari, waarbij hij meteen het hele Antwerpse mobiliteitsbeleid op de korrel lijkt te nemen.

Wat de Antwerpse mobiliteit betreft was de toevloed van Nederlanders tijdens de kerstperiode inderdaad een stresstest. En die kwam wellicht net iets te vroeg voor een volledige benutting van de drie P+R’s rond de stad. Onbekend maakt in dit geval onderbenut. Maar de ontbrekende signalisatie op de snelwegen is iets wat je de stad niet kan aanwrijven. Het wijst integendeel op een versnippering van bevoegdheden en in dit geval een weinig daadkrachtige houding van het Agentschap Wegen en Verkeer. Een administratie waar Herman Welter in zijn stuk trouwens ook een reeks vraagtekens bij plaatst.

Hetzelfde doet hij bij De Lijn. En terecht. Dat gebruikers van de P+R naadloos zouden kunnen gebruik maken van het openbaar vervoer zou niet meer dan logisch zijn. Het is jammer dat daarover geen akkoord tot stand kon komen. Ook daarvoor is het stadsbestuur vragende partij. Ik kijk met veel gezonde jaloezie naar de Nederlandse OV-chipkaart. Multimodaal en handig in gebruik. Ik heb wel de indruk dat we met Ann Schoubs, de nieuwe CEO van De Lijn, iemand aan de knoppen hebben zitten die een aantal van mijn bezorgdheden deelt.

Utopisch denken?

Jammer is wel dat Welter de Antwerpse P+R’s al afschrijft terwijl de verf nog nat is. De cijfers bewijzen dat de bezettingsgraad in stijgende lijn verloopt. Ik maak me sterk dat die evolutie zich zal doorzetten. Van een mobiliteitsexpert met een track record zoals Herman Welter zou je verwachten dat hij de omstandigheden waarin die P+R’s zijn gebouwd en functioneren, beter zou inschatten. Het is enkel door aandringen van het Antwerpse stadsbestuur en de slagkracht van bouwheer Lantis dat Antwerpen nu over die infrastructuur beschikt.

Herman Welter beschuldigt mij van ‘utopisch’ denken als ik het heb over de nodige aanleg van nieuwe metrolijnen. Ik neem dat graag in ontvangst als een compliment. Een performant openbaar vervoersnetwerk in een stedelijke agglomeratie bestaat uit lijnen waar snelheid primeert, en lijnen waar bereik prioritair is. Merkwaardig ook dat Welter de inspanningen van het stadsbestuur om de doorstroming van het openbaar vervoer te stroomlijnen niet erkent. Het is dankzij dit stadsbestuur dat een aantal ongebruikte metrostations eindelijk in gebruik worden genomen.

Dat wordt gesterkt door het succes van de ingebruikname van de ondergrondse tramlijnen onder de Turnhoutsebaan enkele jaren geleden. We werken nauw samen met De Lijn aan een dynamische verkeerslichtenregeling. Wat ons betreft gebruikt De Lijn bij voorkeur de best beschikbare technologie. Op stadswegen pasten we de afgelopen vier jaar al meer dan 100 kruispunten aan om de veiligheid en doorstroming van het openbaar vervoer te verbeteren. Wie doet beter?

Pro-autobeleid?

Herman Welter heeft het in zijn tekst over ‘overbodig verkeer’ in het stadscentrum. Wie is Herman Welter, of wie ben ik, om van ‘overbodig verkeer’ te spreken? Dat is een boutade een mobiliteitsexpert onwaardig.

Welter beweert dat het stadsbestuur een ‘pro-autobeleid’ voert. De realiteit is natuurlijk veel genuanceerder dan dat. Antwerpen pest de automobilist niet weg, dat klopt. Het is aan elke gebruiker om op basis van zijn of haar noden te kiezen welk vervoermiddel het meest efficiënt is om zich te verplaatsen. Het is niet aan de overheid om iedereen door dezelfde molen te draaien. Die overheid moet daarbij stimulerend optreden, richting duurzame en slimme keuzes. Dat is precies wat het Antwerpse stadsbestuur doet door een reeks alternatieve vervoermodi aan te bieden, de best mogelijke infrastructuur aan te leggen en alle mobiliteitsspelers op 1 lijn te krijgen. Het klopt dat dit een work in progress is. Maar dat het model wérkt, bewijzen de cijfers. De modal shift zet zich door, ondanks het roet dat corona in het eten strooit en de teleurstellende prestaties van De Lijn.

Het hardnekkige gerucht dat het aantal parkeerplaatsen in de Antwerpse binnenstad is toegenomen, mag ook stilaan naar het rijk der fabelen verwezen worden. Wat sommige commentatoren ook mogen beweren. Ons parkeerbeleid is sinds 2013 dat er de facto geen parkeerplaatsen bij komen. Wel gaan we op zoek naar compensatie voor verdwijnende parkeerplaatsen. Dat is het best zichtbaar aan de Scheldekaaien en Gedempte Zuiderdokken. Daar waren tot voor kort samengeteld meer dan 5000 (gratis) parkeerplaatsen. Die maken nu plaats voor wandelzones en een park. De auto’s verdwijnen er ondergronds.

Mobiliteit op basis van reële noden

Herman Welter gaat al lang genoeg mee in het Antwerpse mobiliteitsdebat om te weten dat uit de bevraging ‘Scheldetafels’ die onder burgemeester Patrick Janssens gehouden werd, bleek dat de Antwerpenaren de parkeerplaatsen aan de Scheldeoevers vooral wilden behouden. De inzichten zijn op 15 jaar radicaal veranderd. In andere wijken in de 16de-eeuwse binnenstad leggen we woonerven aan. Auto’s hebben daar niets te zoeken. Ze worden op de hoofdwegen en parkeerlussen gehouden. De Meirbrug zal ingepast worden in de Via Sinjoor. Daarbij kunnen voetgangers vlot van het Centraal Station tot aan de Scheldekaaien wandelen.

Als grootste Vlaamse stad wil Antwerpen graag de voortrekker zijn van een nieuw mobiliteitsbeleid gestoeld op de reële noden van de gebruikers, van de bewoners van stad en regio, van de bezoekers, én van de werkgevers en werknemers. Dat dit niet op maat is van een elite die vanuit een bevoorrechte positie naar de wereld kijkt, is iets waarmee die elite zal moeten leren leven.

Koen Kennis is schepen van Mobiliteit in Antwerpen.

Commentaren en reacties