JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Verklaring op eer moet ons beschermen tegen IS-vrouwen?

Reflectie over een bewogen ‘reddingsoperatie’

Koen Metsu29/7/2021Leestijd 4 minuten
Minister van Buitenlandse Zaken Wilmès (MR) Premier De Croo (Open Vld) en
Justitieminister Van Quickenborne (Open Vld) tijdens de bijzondere commissie
over de repatriëring van de IS-vrouwen.

Minister van Buitenlandse Zaken Wilmès (MR) Premier De Croo (Open Vld) en Justitieminister Van Quickenborne (Open Vld) tijdens de bijzondere commissie over de repatriëring van de IS-vrouwen.

foto © Belga

De regering besliste IS-vrouwen terug te halen uit Syrië. Koen Metsu (N-VA) vraagt zich af tot welke prijs en kreeg geen antwoord.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het reces was begonnen, maar werd voor de Kamerleden al even snel weer geschorst. Maar liefst 3 bijzondere commissiezittingen werden aangevraagd: één over de repatriëring van IS-vrouwen, één over het ontslag van geroemd generaal Boucké en één over de hongerstakerssaga van staatssecretaris Sammy Mahdi (CD&V).

Voor de dames en heren parlementsleden betekende dit extra media-aandacht tijdens de jaarlijkse komkommertijd. Voor de excellenties in de regering daarentegen is zulks minder goed nieuws. Een ongebreidelde regeringscrisis ontplooide zich afgelopen week zienderogen. Tussen het gespartel van staatssecretaris Mahdi en het gekakel van defensieminister Ludivine Dedonder (PS) ging de commissie over het repatriëren van IS-weduwes nagenoeg onopgemerkt voorbij. Ook in de reguliere pers was weinig tot geen aandacht hiervoor. Slechts twee fotografen woonden de zitting bij. Nochtans was het geen gewone zitting. Hoewel enkel premier Alexander De Croo (Open Vld) was opgevorderd, vervoegden ook minister van justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) en buitenlandminister Sophie Wilmès (MR) de afvaardiging vanuit de regering. Dat op een moment dat de regering onder hoogspanning stond.

Ongeveer een bewogen week verder analyseren we het repatriëringsbeleid van de regering De Croo. IS-vrouwen terughalen: humaan of gevaarlijk? 

Wat zijn feiten?

Op 17 juli vernamen we via de media dat er op de luchthaven van Melsbroek een vliegtuig was geland vanuit Erbil met aan boord naar verluidt zes IS-bruiden en hun tien kinderen afkomstig uit kamp Roj in Noord-Syrië.  Het is niet de eerste keer dat de regering tot repatriëring beslist. In oktober 2020 voerde de paarsgroene regering ook al repatriëringsmissies uit vanuit Syrië.

Op het moment dat de IS-vrouwen teruggehaald werden, ging in de Kamer van Volksvertegenwoordigers de plenaire vergadering door. De regering had het persbericht over de repatriëring intussen onder embargo verspreid. De media mochten evenwel een tijdlang niets berichtten over de missie. Volgens de regering om de missie ‘niet in gevaar te brengen.’ Sayant detail: het persembargo verviel vlák na de plenaire vergadering.

Parlementsleden konden dus geen plenaire vragen stellen over de missie om de simpele reden dat het nieuws pas vlak na de plenaire mocht worden verspreid. Onder meer de N-VA- en de Vlaams-Belangfractie stelden zich hier ernstige vragen bij. Het lijkt of de premier niet enkel speelt met persembargo’s, doch ook met de voeten van het parlement.

Verklaring op eer

In de commissie lanceerden de regeringsleden en de meerderheidsparlementsleden ook enkele pittige oneliners. Tim Vandeput (Open-VLD) meldde zo dat hij ‘niet geloofde dat de bevolking hier niet achter staat.’ Volgens Vandeput staat slechts een klein deel van de bevolking niet achter de repatriëring van de IS-bruiden en is het overhaast te zeggen dat de bevolking niet warm te maken valt voor zulke operaties.

Servais Verherstraeten (CD&V) gooide het over de christendemocratische boeg en beantwoordde luidop de vraag of de regering ook de mannelijke IS-strijders ging repatriëren. ‘Ook bij de mannelijke IS-strijders eisen we humaniteit’ aldus Verherstraeten.

Maar de spreekwoordelijke genadeslag kwam toch opnieuw van justitieminister Vincent Van Quickenborne (Open-VLD). Op de vraag hoe hij het volk kon garanderen dat de IS-vrouwen geen gevaar meer vormden, antwoordde hij dat de teruggehaalde vrouwen een verklaring op eer hadden afgelegd. De oppositie was hier – hoe kan het ook anders – niet mee gerustgesteld. 

Als repliek op de stevige kritiek van de oppositiepartijen haalde premier De Croo aan dat het terughalen van de IS-vrouwen juist een zet was in het belang van de nationale veiligheid. ‘We kunnen is-vrouwen hier beter controleren. Ginds dreigen ze immers off-radar te gaan.’

We kunnen IS-vrouwen hier beter controleren. Quod non.

Kunnen we hen hier echt beter controleren? Hier, in het land dat wekenlang in de ban was van de verdwenen Jürgen Conings? Wisten we waar hij zat, ook al stond de man op de OCAD-lijsten? Verder  is er bijvoorbeeld ook de casus van mevrouw Noura F., een IS-strijdster die een tijd geleden werd teruggehaald naar ons land. Na amper 5 maanden werd ze vrijgelaten zonder enkelband of opvolgmaatregelen. Volgens het Federaal Parket heeft mevrouw F. nog steeds geen schuldbesef. Momenteel is ze volledig van de radar verdwenen en ontbreekt van haar elk spoor. Zo goed kan men hier in België teruggehaalde terroristen controleren.

Verder rest ook nog de vraag: wat als over enkele jaren één van de mannelijke IS-strijders uit Syrië de vader van één van de teruggehaalde kinderen blijkt te zijn. Gaat België hen dan ook terughalen, zoals Verherstraeten (CD&V) suggereert? Internationaalrechtelijk lijkt ons land daartoe gebonden.

Wie de commissie van afgelopen donderdag goed analyseert, merkt nog een andere  inconsequentie in de antwoorden van de premier en zijn metgezellen. Hoewel de gerepatrieerde IS-vrouwen en hun kinderen werden teruggehaald uit kamp Roj (Noordoost Syrië) spitsten de excellenties hun argumenten veelal toe op de situatie in kamp Al-Hol (Noord-Oost Syrië). Nochtans verschilt de situatie in kampen sterk. Kamp Al-Hol is recent terug in handen van de Islamitische Staat (Indeed, they’re back), terwijl de bewoners van Kamp Roj nog steeds onder Koerdisch bewind ressorteren.  De situatie in de kampen is dan ook erg verschillend. Kamp Roj is vooralsnog veel veiliger voor haar bewoners dan kamp Al Hol, zo bevestigen ook verschillende bronnen op het terrein.  

Het prijskaartje

Tot slot werden ook een paar vragen niet beantwoord. De vraag naar de kostprijs van de operatie bijvoorbeeld. Die stond volgens Wilmes nog niet volledig vast, maar zou neerkomen op de kostprijs van vorige repatriëringsmissies. Deze uitspraak van de buitenlandminister is betwistbaar. Bronnen dicht bij de regering melden dat er – in tegenstelling tot bij vorige missies – een Pools vliegtuig moest worden gecharterd omdat de Belgische defensie niet in een vliegtuig kon voorzien. Het lijkt daarom ook aanneembaar de kostprijs vele malen hoger zal uitvallen. Tenzij Polen haar luchtvaartuigen gratis ter beschikking stelt natuurlijk.

Verder gaat het hier ook om een grotere repatriëringsmissie, die maar liefst 17 speciale eenheden van het leger vereiste. Ook het inzetten van die special ops is niet gratis. Voor de volledigheid geven we mee dat voorgaande repatriëringsmissies zo’n  40.000 tot 50.000 euro aan vervoerskosten met zich mee bracht. Bij deze missies werd een Belgisch vliegtuig ingelegd. Verder kostten voorgaande missies ook nog  tussen de 40.00 tot 10.000 euro/missie  aan militair personeel. Let op: het gaat hier om cijfers voor kleinschaligere repatriëringen dan de recente.

Het kostte de Belgische staat  gemiddeld zo’n 7.200 euro per teruggehaalde IS’er. Naar alle waarschijnlijkheid schiet dat gemiddelde straks de hoogte in, wanneer de kostprijs van het Pools vliegtuig evenals de kostprijs van het extra militair personeel in rekening worden gebracht.

Rekent u zelf maar eens uit hoeveel slachtoffers van terreur met zulk bedrag geholpen zouden kunnen worden. En wat die kostprijs betreft hoop ik dat men als valuta nog lang de euro kan gebruiken. En niet: mensenlevens. 

Koen Metsu (N-VA) is kamerlid en burgemeester van Edegem.

Commentaren en reacties