Verzonken Vlaanderen
Sint-Evermarusprocessie, 1 mei 2010, in Rutten nabij Tongeren.
foto © Reporters
Weg met de gemakzuchtige opinion chic over het katholicisme. — Het debuut van Benno Barnard op Doorbraak.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOm het vlees te tuchtigen lees ik af en toe de Vlaamse pers, die kakofonie van taalfouten en gemeenplaatsen. Zo vernam ik onlangs in een interview met Hilde Van Mieghem dat de cultuurdraagster het rooms-katholicisme niet liefhad. Kijk eens aan.
Mijn gedachten dwaalden af naar Anton van Wilderode, onlangs buiten de tijd honderd geworden, maar door het ondankbare nageslacht niet herdacht.
Hij was een vriend van mijn vader in het primitieve Vlaanderen dat aan mijn kindertijd grensde. Naar die landstreek reisde ik als Hollands kind in een trein die inmiddels in het Spoorwegmuseum staat; aan de grens werd ons paspoort gecontroleerd. Ook die grenscontrole, ja, mijn hele vroegere zelf hoort thuis in een museum gewijd aan deze voorbije wereld, waarin ongehuwde mannen nog in de schaduw van kloostergangen liepen te brevieren, en waarbij een bekoorlijke woordenschat hoorde – kijk, daar liggen brevieren, kazuivel, patenen nog meer exotica in een vitrine uitgestald…
Ach, dat Vlaanderen van toen! Even rooms als romantisch was het. Niet toevallig zijn die beide woorden ontsproten aan dezelfde wortelstok: ergens achter Roosendaal lag Rome. Voor Vlaamse leeftijdgenoten impliceert dat frustraties, de dictatuur van zwartrokken en, vooral, seksuele misdaden. Maar mij persoonlijk heeft geen pater ooit onkuis bejegend, terwijl ik er als angeliek ogend jongetje toch heel wat heb meegemaakt.
Een zwak voor religieuze dichters
We bewegen ons nu een zaal verder in het museum van mijn geschiedenis: hier paar ik een bohème-achtig uiterlijk aan extreem-linkse opvattingen en ben ik redacteur van Herman de Conincks Nieuw Wereldtijdschrift. Hoewel hij Rome verafschuwde, had Herman een paradoxaal zwak voor religieuze dichters, onder wie mijn verwekker en Van Wilderode. Hij vroeg me om een essay over deze laatste. Ik zei ja. Ik voelde sentiment opwellen. Jaren later, toen ik niet langer in Antwerpen woonde, waar de kunstenaarscafés op industriële schaal eenvormige gedachten produceren, zou ik begrijpen dat mijn ja mij naar de dissidentie voerde.
Ik schreef mijn stuk. Wat ik beweerde kwam kort gezegd hierop neer: die Van Wilderode is een verwerpelijke katholieke reactionair, maar onbegrijpelijk genoeg heeft hij toch mooie gedichten geschreven.
Tumult: het onverdacht linkse NWT prees een man die zijn dagen sleet in een zwart habijt! Daarnaast ook enige voorzichtige bijval van minder bekrompen geesten – het is dertig jaar geleden, vergeeft u mij dat ik me geen concrete namen herinner. In elk geval was Herman, die tegenstrijdige ziel, in zijn nopjes met mijn bijdrage (dezelfde religiehater zou later goed bevriend raken met mijn vader).
Veel persoonlijke herinneringen aan Van Wilderode heb ik niet. Ik weet nog wel hoe hij me, kort na dat opstel, bij hem thuis ontving. De kleine kale Anton in zijn smoezelige grijze (niet zwarte) pak, met het zilveren kruisje op de revers, onthaalde mij te midden van boekencascades op koffie, cognac, een sigaar, chocola, nog een sigaar en een meanderend gesprek over poëzie, mijn vader, de charmante godloochenaar Herman en nog van alles, waarbij we de politiek elegant vermeden.
Ge kunt daar niet aan uit
‘Sigaren,’ zei Herman toen ik veilig in de rode burcht was teruggekeerd, ‘biedt ie iedereen aan, ook vrouwen.’
‘Dat is dan toch geëmancipeerd van die ouwe priester,’ zei ik.
‘Hij is bepaald de kwaadste niet.’
Ik neem aan dat de kwaadste de Paus was; hoe dan ook, ik hoorde van mijn vader dat Anton blij was met mijn schrijfsel en voelde een lichte verwarring: de werkelijkheid, dat vervelende bijverschijnsel van de grote ideologische schema’s, rees boven mijn zekerheden uit. ‘De mens, ge kunt gij daar niet aan uit,’ zei Gerard Walschap en Herman citeerde dat geregeld. De mens als opgezet dier, gevuld met theorie en bijeengehouden door het ijzerdraad van de Verlichting, begon mij onwezenlijk voor te komen.
In een sympathisant van de IJzerbedevaart ben ik nooit veranderd, maar het ligt altijd weer ingewikkelder dan ik wel zou willen. Een Franstalige professor aan wie ik eens abusievelijk werd voorgesteld als een ‘écrivain flamand’ vroeg mij op flemende toon: ‘Wordt er in uw taal dan geschreven?’
Ik begrijp het nationalisme van de oude Anton dus wel. Hij was van de generatie die nog veel erger werd vernederd; dat hij literair waardeloze teksten schreef voor die IJzerbedevaart vergeef ik hem graag, ook al heb ik niets te vergeven, waar bemoei ik me mee. Anders dan de geestesvreemde nouveau riche van tegenwoordig, met zijn smartphonegebroed, hadden hij en zijn medebedevaarders tenminste een authentiek wereldbeeld.
Therapeut
En het Vlaams Blok? Bij mijn weten had Van Wilderode daarmee niets te maken. Bij zijn uitvaart in Sint-Niklaas waren er prominente leden van die partij in de kerk aanwezig. Daar kon hij in gestorven toestand weinig aan doen. Misschien voelde hij wel enige sympathie – en wat dan nog? Vergeleken met het gedachtegoed van Céline, Pound of zelfs Eliot is het allemaal nogal onschuldig. Scheidt u nu toch eens uit met moraliseren!
In Vlaanderen zijn er haast geen katholieke dichters meer. Accorderend met die leegte heeft de hedendaagse Vlaamse mens ook geen pastoor meer; in plaats daarvan heeft hij een therapeut die hem op weg helpt naar zijn echtscheiding. Nee, dat oude roomse Vlaanderen, dat ook altijd een beetje in Italië lag, is verzonken in de geschiedenis.
Suggereer ik nu soms dat u maar beter katholiek kunt worden? Windt u zich toch niet zo op! U doet maar wat u wilt. En u hebt gelijk, er is van alles mis met het rooms-katholicisme, om te beginnen dat verplichte celibaat en die castratenhouding van het Vaticaan tegenover de islam.
Maar het christendom is ook een groots fundament van onze beschaving, van haar muziek, haar kunst, haar literatuur, haar fundamentele ethische noties… Vergeeft u mij deze algemeenheden, maar je moet ze helaas geregeld herhalen om je tijdgenoten te herinneren aan wie wij zijn, zolang ons zijn nog is toegestaan tenminste.
Voortaan verschijnt Benno Barnards column tweewekelijks op vrijdag. Lees hem ook in dit interview.
Tags |
---|
Benno Barnard is een schrijver die meent dat het heden gewoonlijk ongelijk heeft.
Deze maand reist uw auteur, liefhebber van gelukkige, heteronormatieve gezinnen, van Zuid-Engeland naar Gent: tussen de Magna Carta en de Boekentoren.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.