Vlaanderen krijgt gelukkig geen eenheidsworstonderwijs
De onderwijshervormingslobby was weer zeer actief deze dagen maar moest het onderspit delven.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Vlaamse regering sloot gisteren een onderwijsakkoord af, waar heel lang op werd gewacht. Vóór mijn keuze voor de partijpolitiek mengde ik me sterk in dat hervormingsdebat, terwijl ik overdag les gaf in een Antwerpse concentratieschool in de technische richtingen. Ik blijf mezelf in eerste instantie zien als onderwijsmens die te vuur en te zwaard (als het ware) het TSO-onderwijs wil verdedigen. Alle leerlingen verdienen aan hun eigen, specifieke noden aangepast onderwijs. Vandaar mijn afkeer voor wilde pedagogenideeën om zoveel mogelijk of zelfs alle leerlingen zo lang mogelijk in één sjabloon te persen.
Dat idee leerlingen zo lang mogelijk de kans te ontnemen om naast een algemeen opleidingspakket keuzes te maken die inspelen op de eigen talenten, blijf ik nefast noemen. De vergelijking met de sport gaat zeker op. Welke zin heeft het een talentrijke voetballer al te lang te verplichten ook baantjes te trekken in het zwembad?
Het akkoord dat nu voorligt, vermijdt gelukkig het extreme hervormingspad dat zo gepromoot wordt door een actieve onderwijslobby die liefst alles op de kop zet. Die zegt het waterval-idee af te wijzen maar kan geen drie zinnen uitspreken zonder dat onzinnige begrip smalend te gebruiken voor iemand die overstapt naar TSO of BSO. Ze beweert iedereen kansen te willen geven maar verzet zich er tegen dat leerlingen zo snel mogelijk hun specifieke talenten kunnen ontplooien. Die lobby zet zich af van de kloof tussen ‘sterk’ en ‘zwak’ maar bepleit vooral maatregelen die nivelleren naar beneden en geen oog hebben voor de afkalving van het aantal intellectuele toppresteerders. Intussen blijkt uit het jongste PISA-onderzoek dat onze cognitief sterkste leerlingen na de onderhuidse onderwijshervormingen van de voorbije jaren steeds meer de Europese toprol moeten lossen.
Hoe actief die onderwijsrevolutielobby is, blijkt uit de berichtgeving vandaag in de media waar de indruk wordt gewekt dat we teleurgesteld moeten zijn. “Slikt onderwijs ‘non-hervorming’?”, kopt De Morgen heel tendentieus. “Slechte punten voor onderwijshervorming”, vindt een kop in De Standaard, even subjectief geïnspireerd. Zoals doorgaans wordt gemanipuleerd cijfermateriaal niet geschuwd. “Eén op de acht verlaat de middelbare school zonder diploma” (= 12,5%), kwaakt De Tijd Caroline Gennez (sp.a) na. Op de webstek van Steunpunt Vlaanderen kan iedereen vaststellen dat de zogenaamde ongekwalificeerde uitstroom in Vlaanderen 7,2% bedraagt, tegen een EU-gemiddelde van 11,0%. Dat getal daalt in Vlaanderen bovendien al jaren. Gelukkig maar. “Wachten op de schoolrevolutie”, staat er trouwens boven dat commentaarstuk. Pardon, revolutie, zowaar bepleit in De Tijd? Hopelijk mogen we nog heel lang wachten vooraleer ons onderwijs helemaal op de kop gezet wordt en houden we het bij slimme evoluties.
Nog eentje bij deredactie.be, onder de titel “Onderwijsexperten: ‘Dit is een schande, niet in het belang van de kinderen’”. We lezen: “De oorspronkelijke filosofie van de onderwijshervorming was om de schotten tussen aso, tso, bso en kso op te heffen, een te vroege keuze tegen te gaan en het watervalsysteem te stoppen.” Ze wekken de indruk dat alle onderwijsexperten het eens zijn én dat er vaste afspraken werden geschonden, terwijl ze het in feite hebben over hun eigen (!) filosofie van de onderwijshervorming. De ‘schande’ die ze hekelen, betreft het feit dat ze niet werden gevolgd in hun onderwijsvisie. Klopt, het regeerakkoord werd gevolgd, zoals dat hoort.
De kranten zijn ongelukkig, onderwijsexperten van de omwentelingsclub zijn dat, de koepels ook. Een kwade tong, vermoedelijk iemand die de onderwijswereld kent, noemde dat op Twitter ‘een keurmerk’. De hervorming is niet wat Lieven Boeve van de katholieke koepel “had gedroomd”. Dat zegt natuurlijk vooral iets over Boeves dromen. Velen die echt voor de klas staan, zouden het nachtmerries noemen. Raymonda Verdyck van het Gemeenschapsonderwijs (GO!) laat wel heel erg in haar kaarten kijken: “Bovendien kunnen scholen die dat willen, blijven werken zoals ze dat vandaag al doen.” Achter zo’n uitspraak gaat de bizarre logica schuil dat vandaag geen enkele Vlaamse school uitstekend werk levert en dat de Vlaamse regering had moeten verbieden om bestaand degelijk onderwijs te blijven aanbieden.
Bij Groen klonk het dat de Vlaamse regering overstag is gegaan voor “het eliteverhaal van de N-VA”. In mijn onderwijseliteverhaal speelden vooral Bilal, Siham, Abbegail, Jakub en andere Salima’s de hoofdrol. Als Groen in dit debat graag erg simplistisch uithaalt naar ‘de elite’ dan past die communicatie in elk geval in elke definitie van populisme.
Graag deze uitsmijter ten behoeve van al de radicale onderwijshervormers. Wat zou het gevolg zijn indien de overheid verder ging in het uithollen van ons klassiek onderwijs door het ‘one fits all’-principe nog radicaler door te drukken? Dan haken de ouders die daarvoor de middelen hebben vanzelfsprekend af en zetten die eigen onderwijsinitiatieven op. Of dachten jullie dat iedereen werkloos zou blijven toezien hoe kinderen opgeofferd worden op het altaar van het pedagogische experiment? Die ouders zullen echt niet de vinger opsteken om aan de extreme onderwijshervormers toelating te vragen hun kinderen passend onderwijs te laten verstrekken als de overheid dat niet langer aanbiedt. Dan dreigt de kloof tussen sterk en zwak onderwijs pas echt gigantische proporties aan te nemen.
Mooi dat dit Vlaamse onderwijsakkoord inzet op zowel de cognitief sterke leerlingen als de jongeren die op andere terreinen kunnen uitblinken. Noem onderwijs met een sterk TSO, een sterk ASO, een sterk BSO en een sterk KSO voor mijn part elitair; het is vooral sterk onderwijs.
De auteur is Kamerlid en fractieleider voor de N-VA.
Foto: (c) Reporters
Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.
Peter De Roover verantwoordt de keuze van de N-VA om in Vlaanderen een Zweedse coalitie op de been te helpen, zonder het Vlaams Belang.
De reislust voert uw schrijver naar de Maas en Brussel, waar hij onthaald wordt door een villa, kunstschilders en een schaamteloos jonge fotograaf.