JavaScript is required for this website to work.
post

Waarom willen vluchtelingen niet vechten?

Daniël Walraeve28/12/2015Leestijd 2 minuten

Schroom mag ons niet tegenhouden: zelfs de moeilijkste vragen mogen gesteld. Waarom schreeuwen vluchtelingen niet om wapens? 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Oké: Milos Zeman is een idioot. De 71-jarige president van Tsjechië is een incoherente, xenofobe dronkaard die bij momenten weerzinwekkende praat verkoopt. Volgens Zeman zijn vluchtelingen onderdeel van een sinister complot om Europa te infiltreren. Toch raakte de ex-communist en ex-sociaaldemocraat één gevoelige snaar in zijn recente kerstboodschap: hij vroeg zich af waarom jonge, mannelijke vluchtelingen niet strijden voor hun vaderland. 

De vraag klinkt al snel beschuldigend. Het wekt de indruk dat vluchtelingen lafaards zijn (en oude apparatsjiks als Milos Zeman onvolprezen helden). Zeker als West-Europeaan, verwend door decennia vrede en relatieve rust, maak je jezelf een klein beetje belachelijk door de gruwelen van oorlog en geweld te zeer te onderschatten. De vraag ‘waarom willen vluchtelingen niet de wapens opnemen tegen Islamitische Staat’ wordt daarom al maanden gemeden. 

Toch is Milos Zeman noch de eerste noch de laatste Europeaan die zich afvraagt waarom gezonde, alleenstaande mannen schijnbaar geen enkel verlangen voelen om Islamitische Staat te verdrijven van hun geboortegrond. Natuurlijk: de vluchtelingen hebben geen wapens, geen tanks en geen enkele militaire training – maar ze vragen er ook niet om. Vluchtelingen vragen bescherming, voedsel, onderdak, werk, sociale voordelen, maar nooit eens wapens of wraak. 

Op het terrein bewijzen de Pêşmerge ondertussen dat lokale milities wel degelijk opgewassen zijn tegen Islamitische Staat. De beste bestrijders van het kalifaat zijn geen hoogtechnologische special forces uit het Westen, maar de Koerdische strijdkrachten uit de regio. Met een basisuitrusting en een beperkte training slagen de moedige Pêşmerge er in om Islamitische Staat nederlaag na nederlaag toe brengen. Blijkbaar werkt dit voorbeeld niet zeer inspirerend.

Daar komt nog eens bij dat Islamitische Staat eigenlijk bestreden moet worden door moslims. De recente geschiedenis bewijst dat westerse interventies de spanningen met de islamitische wereld alleen maar aanwakkeren. Amerikaanse of Europese troepen in Syrië zijn een gedroomd wervingsinstrument voor jihadi’s van Marokko tot Pakistan. Gewapende weerstand van islamitische milities, weliswaar westers gefinancieerd en getraind, zou daarentegen overtuigend aantonen dat Islamitische Staat niet spreekt namens alle moslims. 

Als Vlaming kan je niet met zekerheid zeggen wat je zelf zou doen. Wie, zoals de meesten van ons, na de laatste oorlog werd geboren, kent het krijgsgeweld alleen van films en videospelletjes. Zonder enige twijfel vergt het enorm veel van een mens om een meedogenloze tegenstander als Islamitische Staat tegemoet te treden. We kunnen niet van alle vluchtelingen verwachten dat ze ons om steun vragen om hun thuis te heroveren. Maar is het echt zo onredelijk om het van een minderheid van hen te verwachten? 

Op dit moment is de situatie in Syrië verwarrend en complex. Als vluchteling zit je geprangd tussen het regime van Assad, Islamitische Staat en een waaier aan andere oppositiekrachten. Het Westen biedt vluchtelingen geen alternatief, geen perspectief op een herstel van hun land. In die context kan je het vluchtelingen niet kwalijk nemen dat ze niet staan te schuiven aan een rekruteringskantoor – dat kantoor bestaat gewoonweg niet. En dat is jammer, want het zou het begrip en draagvlak voor vluchtelingen in Europa wellicht gevoelig vergroten. 

Daniël Walraeve (1988)  is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven. 

Commentaren en reacties