Wat als de kiezer ongelijk heeft?
Beleid gebaseerd op foute percepties
Verontwaardiging is maar krachtig als ze tot nuttige actie leidt, anders is het veeleer expressie van onmacht.
foto © Reporters / JLPPA
De kiezer heeft altijd gelijk in verkiezingen, maar soms ongelijk over het beleid. Foute percepties halen het draagvlak onderuit.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe kiezer heeft altijd gelijk. Tenminste, op verkiezingsdag. Want als het over beleid gaat, blijken heel wat kiezers de bal grondig mis te slaan. De kloof tussen wat helpt volgens de kiezers en wat werkt volgens onderzoek is groot. Nieuwsgaring via sociale media maakt die groter. Dat heeft gevolgen. Aan serieuze beleidsvoering komt men niet meer toe. En in het land der blinden blijkt extreem-rechts koning.
Makkelijkst en minst oncomfortabel
Vorige maand verscheen in de Duitse media een onderzoek naar de kloof tussen welke persoonlijke acties helpen tegen de klimaatverandering volgens de Duitsers en welke echt helpen volgens de wetenschap. Zo denkt 22% van de respondenten dat de belangrijkste persoonlijke klimaatmaatregel er in bestaat om geen plastiek zakjes meer te gebruiken. Terwijl het in feite de maatregel is met de kleinste CO2-impact.
De gezinsmaatregelen met de grootste, effectieve klimaatimpact zijn meer isolatie, minder vliegen en minder vlees eten. Slechts 10% van de Duitsers schat de impact van minder vlees eten juist in. Het lijkt er op dat mensen een hogere impact toekennen aan de maatregelen die het makkelijkst en minst oncomfortabel zijn. Die valse waarheden worden ook doorgegeven. Onlangs liepen mijn kinderen mee met een klimaatmars van de school. Eén van de borden die in het oog sprong, had als opschrift: ‘Met plastiek staat onze planeet in de fik’. Niet dus, maar het rijmt wel (toch voor Brusselaars).
Beleid op basis van foute percepties
Ook op vlak van het ander grote thema van deze eeuw, migratie, heerst de onwetendheid. De Harvard-economiste Stefanie Stantcheva, die de prijs voor beste jonge economist won, toonde tijdens de Gaston Eyskens-lezing (pdf) in Leuven aan dat de perceptie over het aantal migranten, de samenstelling ervan en de voordelen die ze krijgen, simpelweg fout is.
Zo denken Duitsers en Fransen gemiddeld dat er 30% migranten in hun land zijn, terwijl er in realiteit minder dan de helft zijn, tussen 10 en 15%. Ze denken ook dat een kleine helft van de migranten moslim is, wat alleen in Frankrijk ook blijkt te kloppen. Ze denken dat een derde van de armen migranten zijn, terwijl het eerder een vijfde blijkt te zijn. Een derde denkt ook dat Mohammed meer sociale voordelen krijgt en minder belastingen moet betalen dan John. Alleen in Zweden schat men het niet-discriminatoir functioneren van de welvaartsstaat correct in. De perceptie over enkele basisgegevens inzake migratie is dus gewoon fout, maar dat belet partijen niet om er beleid op te baseren, zoals de regering Jambon I die het toegangsticket tot de samenleving duurder wil maken.
Gebrek aan draagvlak
De kloof tussen perceptie en realiteit inzake klimaat en migratie is slecht nieuws voor beleidsmakers en voor politici die maatschappelijke vooruitgang via beleid nog steeds als deel van hun opdracht zien. Noodzakelijke hervormingen sneuvelen wegens gebrek aan draagvlak. Om dat draagvlak te vergroten, moet aan de perceptie worden gewerkt.
Het trieste lot van de kilometerheffing in Vlaanderen is een recent voorbeeld. Jarenlange voorbereiding van een gebiedsdekkende, in tijd en plaats variabele kilometerheffing werd in de vuilbak gekieperd wegens gebrek aan draagvlak. De minister kon niet op tegen de — deels zelf gecreëerde — perceptie van belastingsverhoging en panikeerde met zicht op verkiezingen. De participatie-experten onder contract met de Vlaamse overheid mochten zelfs niet beginnen om die verkeerde perceptie weg te werken.
Tijdens de campagne probeerde ik de meubelen te redden door de piste van ‘enkel in de file, enkel rond de grote steden’ naar voor te schuiven. Wie de fileheffing betaalt, wint tijd. Wie niet betaalt, heeft een alternatief. Alle voorzitters van de huidige regeringspartijen waren het met mij eens, zo stelden ze in de wandelgangen. Maar geen spoor daarvan in het regeerakkoord van Jambon I. Het beleid tegen de files rond Brussel en Antwerpen blijft gebaseerd op maatregelen waarvan nu al zeker is dat die nooit de nodige impact kunnen hebben om de files weg te werken. Die files zullen dus bron van frustratie en bewijs van politieke onmacht blijven.
Onnuttige emotionele reactie
Die onmacht leidt ook tot een tweede, meer politiek gevolg van de kloof tussen de gepercipieerde en effectieve beleidsimpact. In de mate dat meer mensen hun nieuws via sociale media halen, wordt hun verkeerde perceptie eerder bevestigd dan tegengesproken. Extreem-rechts domineert het sociale mediaspel en zit dus electoraal in een zetel. De sociale mediaberichten waarin het verworven pensioen van een Vlaamse werknemer vergeleken werd met het leefloon van een asielzoeker hebben allicht deels de laatste verkiezingsuitslag bepaald.
Progressieven reageren onder mekaar met berichten vol verontwaardiging over rechts, over hun taalgebruik en over fake news. Echter, verontwaardiging is maar krachtig als ze tot nuttige actie leidt, anders is het veeleer expressie van onmacht. De grotendeels onnuttige, emotionele reactie op de eerste zwarte zondag wordt nu vlotjes over gedaan, nu ook met uitbreiding naar N-VA. Feit is dat de andere politieke partijen tot op heden geen serieus plan hebben om Vlaams Belang en N-VA van een meerderheid te houden, en door te dringen tot hun potentiële kiezers en de percepties waarop ze teren te keren.
Dat kan niet alleen met verontwaardigde reacties of een lesje met de echte feiten, maar vraagt ook een appel aan gedeelde waarden, richtinggevende houvast voor de toekomst en de moed om nuttig beleid uit te leggen. Tijdens de voorzittersverkiezingen hebben we daarvan maar weinig te zien gekregen. Er komt een nieuwe kans wanneer de voorzit(st)ers allemaal stevig in het zadel zitten, maar het is stilaan de laatste om een Vlaams Belang/N-VA-meerderheid te vermijden.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Jan Cornillie is voormalig politiek directeur en directeur van de studiedienst van sp.a en was kabinetschef voor sp.a in verschillende regeringen
Nederlandse boeren protesteren al enkele weken tegen het stikstofbeleid. Dat zit er hier ook dik in: in Vlaanderen zijn de problemen groter.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.