JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Wat te doen met de Senaat?

Herman Matthijs25/12/2022Leestijd 3 minuten
De Belgische Senaat.

De Belgische Senaat.

foto © Belga Image

Realistisch bekeken zal de Senaat na de volgende verkiezingen gewoon blijven bestaan als een lege doos.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Sinds de uitvoering van de zesde staatshervorming, verkiezingen 2014, bestaat de Senaat nog uit 60 leden. Geen van hen wordt rechtstreeks verkozen door het volk. Bovendien zijn de bevoegdheden erg minimaal geworden. Diverse partijen bepleiten de afschaffing van de Belgische Eerste Kamer.

Samenstelling

De Senaat bestaat uit 60 leden en 50 daarvan zijn verkozenen in de parlementen van de drie gemeenschappen. Zo stuurt het Vlaams Parlement 29 leden naar de Senaat, het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft één senator en de Franstalige Gemeenschap stuurt 20 leden naar de vergadering. Dit systeem van gemeenschapssenatoren bestaat sinds de verkiezingen van 1995. Daarnaast zijn er nog 10 gecoöpteerde senatoren en dit systeem bestaat sinds 1921.

Op basis van de stemmen bij de Kamerverkiezingen worden er 6 Nederlandstalige en 4 Franstalige onderdanen aangesteld als senator. De bekendste in deze groep van 10 is de voorzitter van FC Francs Borains, beter gekend als de MR-leider Georges-Louis Bouchez. Indien we in het voorjaar van 2023 naar de vervroegde Kamerverkiezingen zouden gaan, dan verandert er niets aan de 50 gemeenschapssenatoren omdat die gerelateerd zijn aan de deelstaat verkiezingen van mei 2024. Maar er dienen wel 10 nieuwe gecoöpteerde senatoren te worden aangeduid.

Bevoegdheden

De macht van een parlement staat of valt met zijn budgettaire-fiscale bevoegdheden. Maar sinds 1995 heeft de Senaat daarover niets meer te vertellen en de zesde staatshervorming heeft de lijst van competenties nog verder verminderd: een verklaring alsook herziening van de grondwet, de wijziging van bijzondere wetten, de wetten betreffende de Duitstalige Gemeenschap, beurtelings met de Kamer de aanduiding van leden in het grondwettelijk Hof en de wet van 4 juli 1989 inzake de controle op de verkiezingsuitgaven en de boekhouding der politieke partijen. Het resultaat is een zak van weinig werklast en daardoor één maandelijkse bijeenkomst.

Kostprijs

In 2014 was de senaatsbegroting nog goed voor 64,6 miljoen euro. De rekening van het jaar 2021 sluit af op 39,6 miljoen. Maar dan gaat het terug in stijgende lijn, want het budget 2023 is vastgelegd op 46,8 miljoen euro. De redenen voor de toename zijn de pandemiekosten en de talrijke indexeringen als gevolg van de inflatie. De belangrijkste bron van ontvangsten voor de Senaat is de dotatie uit de staatsbegroting en dat ging in 2014 om een bedrag van 64,4 miljoen euro. Dit daalde tot 39,6 miljoen in 2021. Maar voor 2023 wordt die dotatie naar 41 miljoen verhoogd.

Hier stelt zich wel een probleem omdat de uitgavenbegroting 2023 maar spreekt over een dotatie van 35 miljoen euro. Hoe gaat die 6 miljoen worden betaald? Komt er nog een aanpassing van de uitgavenbegroting bij de begrotingscontrole in april 2023 of dient het bureau van de Senaat verder de reserves aan te spreken? Eind 2014 was er nog een reserve van 23 miljoen euro in de kas van de Senaat en dat bedrag is relatief stabiel gebleven met momenteel een som van quasi 23 miljoen euro.

Een budgettaire wandeling door de begroting van 2023 levert het volgende op aan cijfers: de tien gecoöpteerde senatoren kosten 1,25 miljoen euro. Zij ontvangen 50% van een parlementaire vergoeding. De vijftig deelstaatsenatoren worden betaald door hun vergadering. De politieke medewerkers kosten 11,4 miljoen euro en de ambtenaren zijn begroot op 21,4 miljoen euro. De politieke fracties in de Senaat kunnen rekenen op 1,35 miljoen euro aan steun. Dan is er 2 miljoen euro dat uit de reserves wordt betaald voor de financiering van de pensioenkas.

Ter vergelijking, de Nederlandse Eerste Kamer kost 21 miljoen euro voor het jaar 2023.

Conclusie

Drie politieke partijen stellen voor om de Senaat af te schaffen: N-VA, Vlaams Belang en Open Vld. Daarmee wordt al onmiddellijk duidelijk dat dit vraagstuk alleen leeft aan Vlaamse zijde. Want een afschaffing van de Senaat vereist een 2/3de meerderheid in de beide federale kamers om de grondwet te wijzigen.

Het is maar de vraag of dit thema in een verklaring tot grondwetsherziening kan geraken en of er ooit daarvoor een 2/3de meerderheid kan behaald worden. Realistisch bekeken zal de Senaat na de volgende verkiezingen gewoon blijven bestaan als een lege doos. Gezien het feit dat er in dit land voor amper nog iets een meerderheid is te vinden, speelt dit in het voordeel van de levensvatbaarheid van deze Senaat.

Herman Matthijs doceert publieke en openbare financiën aan de UGent en de VUB. Hij volgt o.m. overheidsadministratie en -begrotingen op, maar evenzeer de politiek van de VS.

Commentaren en reacties