Wat we kunnen leren van Ian Paisley (1926-2014)
Van de doden niets dan goeds. Zo ook bij de dood van de Noord-Ierse polticus Ian Paisley, die op 12 september overleed op 88-jarige leeftijd. Hij wordt door vriend en vijand geprezen, al klinkt hier en daar toch een kritische noot. ’s Mans levensloop en carrière zijn dan ook niet onbesproken.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe flamboyante protestantse dominee is nauw betrokken bij de recente geschiedenis van Noord-Ierland en het jarenlange vredesproces aldaar. En dan vooral door het al dan niet bewust tegenwerken ervan. In zijn eerste reactie op het overlijden, zegt John Hume bijvoorbeeld: ‘De geschiedenis zal zijn carrière wellicht herinneren als een reis die hem van een politiek van verdeeldheid uiteindelijk naar één van samenwerking, overeenkomst en diversiteit bracht. Alleen zal de geschiedenis ook de vraag onthouden waarom hij daar zo lang over gedaan heeft.’
Deze John Hume, voormalig leider van de Social Democrat and Labour Party, is de echte en erkende architect van de vrede in Noord-Ierland, waarvoor hij, onder meer, de Nobelprijswinnaar voor de Vrede kreeg. Hoewel hij het op persoonlijk vlak best kon vinden met Paisley en zelfs lange jaren met hem samenwerkte in het Europese Parlement, laat Hume met deze uitspraak toch duidelijk weten dat de dominee vaker een struikelblok dan een springplank naar die vrede is geweest.
Geloof en politiek
De carrière van Paisley laat zich dan ook vooral vatten in conflicten en machtsspelletjes, ingegeven door zijn haast fundamentalistische, protestantse geloofsovertuiging. Voor Paisley was het katholicisme een ‘verbastering’ van en zelfs een waar gevaar voor het echte geloof. Ierse katholieken waren voor hem dus meer dan enkel politieke tegenstanders. Zijn geloof en zijn politieke overtuiging waren doorgaans onderling inwisselbaar. Het meest bekende voorbeeld daarvan komt uit 1988, toen hij een toespraak van paus Johannes-Paulus II in het Europese Parlement verstoorde met de kreet: ‘I denounce you as the Antichrist!‘ (Ik ontmasker u als de Antichrist!).
In puur politieke zin uitte dat fundamentalisme zich in extreme koppigheid. Paisley had een duidelijke visie in zijn hoofd en was onwrikbaar en totaal niet bereid tot enig compromis. In de jaren 1950 werd hij actief in de politiek bij de opkomende unionistische partij Ulster Unionist Party, voornamelijk omdat hij gecharmeerd raakte door de manier waarop de partij politieke visie met religieuze (protestantse) standpunten vermengde. Maar in 1966 scheidde Paisley zich met enkele gelijkgestemden af in de Protestant Unionist Party omdat de UUP niet hard en standvastig genoeg wilde optreden tegen de opkomende Ierse Republikeinen. En nog later richtte hij zijn eigen partij op, de Democratic Unionist Party, die zou uitgroeien tot de grootste partij van Noord-Ierland.
In het moeizame vredesproces dat een einde moest maken aan de bloedige confrontaties tussen republikeinen-katholieken en unionisten-protestanten, fungeerden Paisley en zijn DUP meermaals als een stoorzender. Hij verzette zich tegen elke mogelijke overeenkomst die met de Ieren getroffen werd en organiseerde provocatieve marsen doorheen katholieke wijken. Zijn toespraken waren zelden diplomatisch en tactvol, in zoverre dat de Verenigde Staten in december 1988 het visum van Paisley introkken omwille van zijn opruiende en verdeeldheid zaaiende retoriek. En niet alleen in Noord-Ierland moesten zijn tegenstanders het vergelden, ook Thatcher leerde hem kennen toen hij haar speech in het Europese Parlement verstoorde met een eigen speech. Daarin maakte hij zijn ongenoegen duidelijk over de Anglo-Ierse Overeenkomst die Ierland medezeggenschap gaf over bepaalde zaken in Noord-Ierland.
Bochten
Pas aan het begin van de jaren 2000 zou hij overstag gaan, nadat voornoemde John Hume jarenlang op hem had ingepraat. Paisley, intussen minister-president van Noord-Ierland, stemde er uiteindelijk mee in om de Ierse eerste minister Bertie Ahern te ontmoeten, vooral omdat hij –ironisch genoeg- ook religieuze volgers had in Ierland zelf. Later zou hij het dan helemaal bijleggen met zijn republikeins-katholieke tegenstanders en zelfs een regering met hen vormen.
Die omslag hoefde overigens niet meteen als een grote verrassing te komen, want ondanks zijn legendarische koppigheid, maakte Paisley toch een aantal opmerkelijke bochten in zijn carrière. Zo kondigde hij in 1977 aan dat hij uit de politiek zou stappen als een door de unionisten opgezette algemene staking zou mislukken. Dat gebeurde volgens alle media en observators ook, maar Paisley vond van niet en bleef gewoon in de politiek. Later, in 2006, noemde hij de Iers-Republikeinse partij Sinn Fein onbekwaam om in gelijk welke regering te stappen en dat het ‘over zijn lijk’ zou zijn dat hij ooit met hen zou regeren. Een jaar later werd Paisley verkozen als minister-president, met Martin McGuinness van Sinn Fein als vice-minister.
Eén ding kunnen we uiteindelijk dus leren van Ian Paisley en dat is dat je in de politiek altijd moet samenwerken en compromissen sluiten, wil je enige vooruitgang boeken.
Tom Garcia (1967) is zelfstandig reclameman met grote interesse voor migratie, integratie en gemeenschapsvorming. Hij is bezieler en kernlid van Vlinks.
100 jaar geleden stierf de linkse activist Herman Van den Reeck. Hij raakte zwaargewond door een politiekogel tijdens een Vlaams-nationale betoging. Daarmee werd hij een icoon van een aparte generatie.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.