Als de regenbooggemeenschap al te activistisch te keer gaat tegen de zogenaamde heteronorm, maakt ze het zichzelf alleen maar moeilijker, vindt Gilles Verstraeten (N-VA) in deze vrije tribune.
Vorig weekend was ik in Stockholm met een paar vrienden om deel te nemen aan Stockholm Pride. Ik zat op een dood momentje met de lesbische vriendin bij wie we logeerden in de keuken thee te drinken. Ze is getrouwd met haar vrouw maar ze houden een zekere openheid in hun relatie, hebben allebei een redelijk goede job en wonen samen in een appartement dat ze kochten in een ‘moeilijke’ buitenwijk van Stockholm.
Hun huiselijk, rommelig appartement hangt vol met lesbische stickers en posters met historische referenties aan de strijd voor gelijke rechten. De progressieve Pride vlag hangt trots in hun voortuintje. Ze zijn enorm betrokken bij het helpen opvoeden van de baby van een andere lesbische vriendin die bewust alleenstaande moeder is. Ze zouden graag zelf ook een kind krijgen.
Queer genoeg?
‘Ik twijfel de laatste tijd of we ons leven ‘queer’ genoeg leiden’ vertrouwde ze me toe. ‘We leven misschien te veel volgens een heteronormatief keurslijf’. Andere lesbische kennissen die blijkbaar alternatiever leven in collectieve huisvesting en ‘artistiek’ bezig zijn (lees: geen vaste job hebben) hadden zich laatdunkend uitgelaten over hun levenskeuzes. Ik drukte haar op het hart hoe absurd dat was, dat ze zich nooit mag laten aanpraten dat er maar één goede manier is om ‘queer’ of lesbisch te zijn en dat ik vond dat zij en haar vrouw een prachtig ultra-lesbisch leven samen hebben uitgebouwd.
Ik legde haar uit dat ik vroeger ook zo dacht, maar in omgekeerde richting. Ik ben in mijn privéleven een nogal burgerlijk-conservatief type, reactionair qua smaak, en gehecht aan klassieke waarden en normen. Als tiener en jonge twintiger dacht ik dat de ‘gay scene’ daarom nooit echt iets voor mij kon zijn. Te luid, te progressief, te hyperseksueel en te beeldenstormend. Nooit zou je mij op een ‘Pride’ zien.
Het duurde tot ik wat ouder werd, en in Brussel een vaste groep homoseksuele vrienden kreeg die me zonder problemen aanvaardden en opnamen als even ‘gay’ als hen, maar dan een tikkeltje anders, dat ik mijn bezwaren liet varen, me ook begon thuis te voelen in die wereld, en ook mezelf helemaal kon aanvaarden. Er wás helemaal geen intern conflict.
Geen plaats voor gezinsleven
Toch is er vandaag iets vreemds aan de hand met het LGBTQIA+-activisme en de regenbooggemeenschap. De houding die toeliet dat ik dan ook maar stomweg een regenboog oppikte omdat ik dat warme bad van aanvaarding ook voor iedereen wou, die minzame benadering die er mijns inziens ook voor zorgde dat we de laatste twee decennia zonder veel problemen enorme stappen vooruit konden zetten qua rechten en bescherming door de brede samenleving, wordt steeds meer geërodeerd.
Neem het mij niet kwalijk, maar ik noem de logica en nogal hysterische toon die steeds meer de bovenhand voert wel degelijk ‘woke’.
Het is een logica die zuiverheid eist, die mogelijke vooruitgang alleen maar ziet als resultaat van een harde machtsstrijd en een zero sum spel. ‘Wij’ zullen maar winnen als de andere (heteronormatieve) kant noodgedwongen verliest. We moeten de traditionele of ‘gewone’ samenleving afbreken om voor onszelf ruimte te maken. Voor koppels zoals mijn vriendinnen die een relatief ‘normaal’ gezinsleven nastreven is er in die queer revolutie geen plaats, laat staan voor een conservatief als ik. De revolutie eet haar kinderen op. Hier hadden we toch nooit voor getekend of om gevraagd?
Netflix
Ook in de druk bekeken en invloedrijke Netflixserie ‘Heartstopper’, waar ik erg van houd, waren er in het net verschenen tweede seizoen twee momenten waar ik met de wenkbrauwen moest fronsen. Harry, een nogal domme rugbyspeler-pestkop die regelmatig homofobe opmerkingen maakt, begint op een bepaald moment subtiel toch de verdediging op te nemen van de twee helden in het verhaal, en biedt net buiten een feestje op een nogal lompe manier zijn excuses aan voor hoe dom en homofoob hij was geweest. Zou hij bij het feestje mogen komen? ‘Neen!’ komt het onverbiddelijke antwoord, en de deur wordt in zijn gezicht gegooid. Eens een zondaar, altijd een zondaar. Er is geen vergeving of verbetering mogelijk.
Iets gelijkaardigs gebeurt met Ben, een nogal snobistisch rijkeluiskindje dat zelf nog in de kast zit en in het eerste seizoen zich grensoverschrijdend gedraagt tegenover één van de hoofdpersonages. In het tweede seizoen komt hij tot schuldinzicht, zegt hij dat hij wel degelijk verliefd was maar met zichzelf helemaal in de knoop zit en dat zijn ouders hem niet aanvaarden. Het antwoord van de twee helden: ‘Rot op! Hopelijk wordt je ooit een betere mens, maar wij willen je alvast nooit meer zien!’
Aanval op heteronorm
Noem me gerust een oude ‘kaloot’, maar ik vind dat soort onverbiddelijkheid en indeling in goed en kwaad een vreemde boodschap. We zijn allen zondaars, gevallenen, niet perfect. We maken allemaal (soms catastrofaal grote) fouten. Maar als er schuldbesef en een vraag om vergeving is, dan spuug je toch niet in de uitgestoken hand? Stel gerust dat een simpele sorry niet volstaat en dat er meer werk aan de winkel zal zijn, maar als iemand zich wilt verbeteren zou je dat toch met beide handen moeten aangrijpen? ‘Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij…’?
Het is door vroegere of potentiële tegenstanders en twijfelaars te overtuigen dat we ook doorheen de tijd coalities en consensus hebben opgebouwd. Zo hebben we een meerderheid in de samenleving, ja, ook bestaande uit traditionele, heteronormatieve, burgerlijke, cisgender, zelfs gelovige mensen, aan de kant van onze rechten, bescherming en inclusie gekregen.
In de Pride in Stockholm liep niet alleen de Zweedse staatskerk mee, maar ook een groep katholieken onder de banier ‘katholieken tegen discriminatie van LGBTQIA+-mensen’. Het raakte me als cultureel katholiek diep in mijn ziel, maar ik durf vermoeden dat de woke-activisten, immer categoriek, vinden dat men nooit katholiek én queer of bondgenoot kan zijn. Katholiek? Slecht. Buiten!
Machtstrijd
Als alles een strijd om alles of niets wordt, en we enkel de zuiveren nog tot de onzen rekenen, dan heb ik een vraag voor de woke-activisten: hebben jullie het al eens uitgerekend? Wij zijn namelijk numeriek, bijna onvermijdelijk, een minderheid. Als we van uit die minderheid steeds luider en agressiever de aanval inzetten op de ‘heteronormatieve’ samenleving, denk je dan dat mensen die zichzelf zo zien in tegenstelling tot ons goede christenmensen zullen zijn en de andere wang zullen aanbieden? Of denk je dat die mensen die overigens, moet ik het nog benadrukken, in de meerderheid zijn dan zo gek worden dat ze de strijd effectief aangaan omdat ze zich bedreigd voelen?
Zowat overal in Europa krijgen de woke-activisten steeds meer de felle machtsstrijd waar ze schijnbaar zo verlekkerd op zijn. Europees extreemrechts durft terug fel en openlijk te doen wat het tien jaar geleden niet echt meer durfde, en zet volop cultureel de aanval in op onze mogelijkheid om openlijk anders te zijn. De Zweedse Democraten (SD) nog naar aanleiding van de Pride in Stockholm. VOX in Spanje bij de laatste verkiezingen (die ze gelukkig verloren, maar die duidelijk ook de centrumrechtse Partido Popular begint te beïnvloeden). Het Vlaams Belang bij ons…
Verharding van het debat
Momenteel zijn we volgens mij nog niet echt bedreigd, maar steeds meer ‘gewone’ mensen die gisteren nog passieve bondgenoten waren verharden ook hun houding. Als de toon van het debat op deze manier verder gaat en verscherpt, en de regenbooggemeenschap zich verliest in steeds meer revolutionaire taal, achterhoedegevechten, machtsstrijd en zelfgekozen afzondering, dan vrees ik enorm voor onze toekomst. Want op die manier garandeer ik u dat wij als minderheid ooit onvermijdelijk aan het kortste eindje zullen trekken.
In ’s hemelsnaam, laten we kiezen voor coalities en consensus bouwen, voor een stapsgewijze benadering, en iedereen die een bondgenoot wenst te zijn of zelfs maar openheid of schuldinzicht toont op gelijk welke manier omarmen. Laten we revolutie, bittere machtsstrijd en zelfgekozen afzondering verwerpen en opnieuw het succesvolle pad vooruit kiezen van échte emancipatie en inclusie.