Zuid-Europa verliest vertrouwen in de democratie
Maandag -Europadag
De economische en territoriale Noord-Zuid kloof in Europa wordt ook een ideologische kloof. Door de eurocrisis verliezen Zuid-Europeanen het vertrouwen in de EU, maar nog meer in hun eigen regeringen en zelfs in de democratie.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Europese Commissie meet sinds 1973 trends in de publieke opinie in alle EU-lidstaten en in de kandidaat-lidstaten. Vorige week publiceerde de Europese Commissie de eerste resultaten van de jongste versie van die eurobarometer. De Commissie leest in de Eurobarometer ‘meer optimisme’.
Ze pakt uit met het resultaat uit de opiniepeiling dat zes van de tien ondervraagden zich EU-burger voelt. Ook over de euro ziet de Commissie hoopgevende resultaten: ‘Een absolute meerderheid (51 %) van de Europeanen is voor de euro. Van de burgers in de eurozone steunt twee derde (62 %) de eenheidsmunt.’
Wie de volledige resultaten er bij neemt ziet dat het optimisme van de Commissie misplaatst is. Op Cyprus na is inderdaad nog overal een meerderheid van de ondervraagden voor het behoud van de monetaire unie, maar de groep die voor is krimpt wel gestaag. In enkele landen is de meerderheid ook erg krap; in Portugal wil bijvoorbeeld slechts 52 % de euro behouden en is 37% tegen. In België (76%) en Nederland (68%) krijgt de euro veel steun.
Vertrouwen daalt in EU maar nog meer in nationale regeringen
Het aantal mensen dat ‘de neiging heeft de EU niet te vertrouwen’ ligt op 60% – een stijging van 3 %-punt ten opzichte van het vorige onderzoek. Uitschieters zijn er vooral in de crisislanden; 83% van de Cyprioten (+19% ten opzichte van de vorige enquête), 80% van de Grieken (-1%), 75% van de Spanjaarden (+3%) en 71% van de Portugezen (+13%) vertrouwt de EU niet.
Opvallend is dat in de crisislanden het wantrouwen ten aanzien van de nationale regeringen groter is, waardoor er gemiddeld over de volledige Unie iets meer vertrouwen is in de EU dan in nationale regeringen. In het noorden van de EU is het wantrouwen in de EU wel groter dan in de nationale regeringen.
Onderzoekster Sonia Alonso van het Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung (WZB) bekeek de data van de eurobarometers tussen 2002 en 2012. Ze ziet een duidelijke economische, territoriale en ideologische breuklijn ontstaan tussen Noord en Zuid.
In noordelijke EU-lidstaten is het vertrouwen in de politiek min of meer stabiel gebleven. In Zuid-Europa is sinds de uitbraak van de eurocrisis het vertrouwen in de nationale regering en in de politieke partijen naar een historisch dieptepunt gezakt. Ook inzake de tevredenheid met de democratie zien we een kloof. In Noord-Europa blijft zo’n 70% van de bevolking ‘erg’ tot ‘voldoende’ tevreden met de democratie, in Zuid-Europa zakte die groep van 50% tot onder de 30%.
De eurocrisis leidt in Zuid-Europa niet zo zeer tot een verwerping van de munt zelf maar tot een afkeer van de politiek in zijn geheel. Een economische en sociale crisis en een wegvallend vertrouwen in de politiek is een gevaarlijke cocktail.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.
Marianne Thyssen is het slachtoffer geworden van een Tjevenstreek: de haar toegekende Europese portefeuille is niet zo dik als verwacht.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.