Corruptie Reynders? ‘Beste dames en heren partijvoorzitters, het momentum ligt bij jullie.’
Pak de politieke fraude en corruptie eindelijk aan
‘Le Grand Départ’ van Didier Reynders lijkt nog een staartje te krijgen
foto © Reporters / QUINET
Liet Didier Reynders zich verleiden tot corruptie? Onderzoek zal het uitwijzen, maar in elk geval steken meer en meer schandalen de kop op
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet parket onderzoekt of Didier Reynders zich in verschillende dossiers liet verleiden tot corruptie en fraude. Of het nu om een opportunistische politieke smeercampagne, ideologisch activisme, onderzoekjournalistiek of onafhankelijk onderzoek gaat, we stellen vandaag vast dat er in België meer en meer schandalen rondom corruptie, belangenverstrengeling en integriteit de kop op steken.
Het betreft voornamelijk overtredingen op de wet op overheidsopdrachten waarbij de relaties tussen politici en/of ambtenaren, en bouwheren, architecten en faciliterende bedrijven. De gepercipieerde prevalentie van dit probleemgedrag bij ambtenaren en politici creëert een antipolitiek klimaat, een verbreding van de kloof burger-politiek en een gevoelige stijging van het wantrouwen ten aanzien van politiek en ambtenarij. Wat doen we nu reeds om het te vermijden, te onderzoeken of op te lossen?
Ad hoc-commissies en deontologische codes
We lezen vaak dat bij onregelmatigheden de gemeente een ad hoc-commissie in het leven roept of een extern bureau aanstelt om een audit uit te voeren. Maar omwille van hun politieke samenstelling zijn de ad hoc-commissies zelden verhelderend, en externe bureaus steken de kogel niet in de kamer van het zelfmoordpistool. Het afschieten van uw broodheer is immers zelfmoord en een sollicitatie om nergens nog voor dergelijke onderzoeksopdracht aangewezen te worden.
Steden en gemeenten zijn decretaal verplicht een deontologische code op te stellen en kunnen een deontologische commissie of integriteitscommissie in het leven roepen. Maar omdat het Decreet Lokaal bestuur geen echte sancties voorziet zijn, zowel de code als de commissie pseudohandelingen die in de praktijk nergens toe leiden. Een overtreding van de deontologische code kan hoogstens leiden tot een ‘blaam’ of ‘publieke terechtwijzing’, tenzij die overtreding ook een zwaardere overtreding van de strafwet of andere inhoudt. Straffeloosheid is nooit een positieve stimulans, wel integendeel.
De code wordt door de meerderheid opgemaakt en goedgekeurd en is daarom ook vaak vrij algemeen en relatief. Deels terecht, want het is quasi onmogelijk om integriteit te reguleren. Het verschil van omstandigheden en de diversiteit van situaties is te groot, waardoor men vaak niet verder komt dan het opmaken van randvoorwaarden.
Democratische controle en audits: geen actieve, doelgerichte controle
De toezichthoudende overheid reageert en onderzoekt hoofdzakelijk op basis van klachten. De omzendbrief van 13 januari 2006 (BA 2006/01) — betreffende het Gemeentedecreet en het Provinciedecreet, inwerkingtreding van de bepalingen inzake het bestuurlijk toezicht — zegt daarover het volgende: ‘Het algemeen toezicht is de lichtst mogelijke vorm van administratief toezicht. Het wordt in hoofdzaak uitgeoefend ingevolge de ontvangst van klachten, ingediend door raadsleden of burgers. Het bijzonder (goedkeurings)toezicht is beperkt tot een zeer klein aantal beslissingen.’ Enkel een klacht leidt dus tot onderzoek. Maar omwille van de complexiteit van dossiers en het tijdsgebrek, is de democratische controle door de oppositie vaak ver te zoeken en leidt het bijgevolg zelden tot klachten.
Audit Vlaanderen kan binnen haar doel bij vermoeden van fraude op eigen initiatief een forensische audit uitvoeren. Bij het vaststellen van strafrechtelijke inbreuken word het auditrapport overgemaakt aan de Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Corruptie (CDCB) of aan het parket. Maar ook deze forensische audits gebeuren hoofdzakelijk basis van klachten of meldingen. In 2017 werden tien en in 2018 vijftien forensische onderzoeken uitgevoerd. Net zoals de toezichthoudende overheid is er ook hier spijtig genoeg geen actieve doelgerichte controle naar fraude, belangenvermenging en corruptie.
En dan zijn er nog…
- Het bureau voor Ambtelijke Ethiek en Deontologie: Op federaal niveau is er ‘Het Bureau voor Ambtelijke Ethiek en Deontologie’ en ‘het centrum integriteit’. Federale ambtenaren kunnen terecht bij het centrum integriteit met meldingen en klachten. In 2017 behandelde het centrum twintig Nederlandstalige en tien Franstalige klachten, waarvan slechts één naar het parket werd doorverwezen. Ook hier zien we geen actieve controle maar een passieve controle op basis van klachten.
- Gemeenschappelijke Interne Auditdienst: Recent (1 januari 2016) werd ook de gemeenschappelijke interne auditdienst (GIAD) actief. Samen met de Federale Interne Auditdienst (FIA) en het Auditcomité van de federale overheid (ACFO) zien ze erop toe dat de organisatiedoelstellingen op een effectieve, efficiënte, zuinige en ethische manier gerealiseerd worden, dat de wet- en regelgeving gerespecteerd wordt en dat de financiële en operationele rapportering betrouwbare informatie bevat.
- De Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Corruptie’ (CDBC): Verder is er ‘De Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Corruptie’(CDBC) waarvan de gerechtelijke onderzoeken zich voornamelijk richten op omkoping, knevelarij, belangenneming en verduistering op het gebied van overheidsopdrachten, subsidies, vergunningen en erkenningen. Bij deze federale instelling die alle overheidsinstellingen in België moet controleren werken amper 40 à 50 personen. Zij moeten toezien op corruptie in 589 gemeenten en OCMW’s, de provincies, gewesten, gemeenschappen, politiezones, alle extern en intern verzelfstandigde agentschappen,… kortom alle overheidsentiteiten. In Vlaanderen alleen al spreken we over ongeveer 850 entiteiten. Daarnaast controleren zij nog de gokfraude in het voetbal en hebben zij verbindingsofficieren in de kansspelcommissie. Het hoeft niet gezegd dat er hier duidelijk middelen, personeel en tijd ontbreken om gedegen actieve controle en onderzoek te voeren.
- De parketten: Last but not least zijn er de parketten, die op eigen initiatief of op basis van een klacht een onderzoek naar fraude of corruptie kunnen opstarten. Ze doen dit al dan niet in samenwerking met de CDBC. We weten allemaal dat de parketten nu reeds overbelast zijn en ook hier moeten we vaststellen dat het vaak aan efficiëntie en tijd ontbreekt.
Inefficiëntie en decentralisatie minimaliseren de pakkans
Het is duidelijk dat door de decentrale aanpak, gebrek aan efficiëntie, het ontbreken van voldoende actieve opsporing en vooral het gebrek aan voldoende personeel en middelen de mazen van het net te groot zijn. Mocht de WADA in hun dopingstrijd over zo weinig personeel en middelen beschikken dan werd Lance Amstrong dit jaar voor de twintigste keer winnaar van de Ronde van Frankrijk. Gelukkige mogen de renners niet zelf beslissen hoeveel dopingbestrijders er aangesteld worden en hoeveel financiële middelen ze ter beschikking krijgen. Maar de politici beslissen wel zelf hoeveel corruptiebestrijders en onderzoekers er zijn en of zij met een typmachine of PC kunnen werken. Vandaar de amper 40 à 50 CDBC-inspecteurs voor de controle van 840 entiteiten en een veelvoud aan politici, ambtenaren en dossiers.
De hierboven opgesomde tekortkomingen zijn ook de reden waarom fraude, corruptie en belangenvermenging heel vaak aan het licht komen via onderzoeksjournalisten. Het staat buiten kijf dat alle corruptie, fraude en gesjoemel de belastingbetaler enorm veel geld kosten. Maar ook de maatschappij lijdt eronder. Appartementen, huizen, kantoren, winkelpanden, diensten… zijn nu duurder door corruptie, fraude en belangenvermenging. Een bouwheer vertrouwde mij ooit ‘off the record‘ toe dat hij zijn appartementen tussen de 10% à 15 % goedkoper aan de man kan brengen wanneer hij geen politici meer moet plezieren. (ik druk me eufemistisch uit)
Ik hoor in diverse maatschappelijke en politieke debatten dat je de pakkans moet verhogen en zware straffen moet opleggen om tot een mentaliteitswijziging te komen. Wel, dat moet kennelijk ook zo voor politici en ambtenaren. Om de haverklap worden extra controleurs en inspecteurs aangesteld om sociale en economische fraude te bestrijden. Maar geen enkel politicus wil blijkbaar meer inspecteurs en controleurs om fraude door politici te bestrijden.
Butterfly Effect
Ik pleit voor een onafhankelijk controleorgaan dat actief overheidsopdrachten, subsidiedossiers en overheidsprojecten controleert. Ze neemt dan best de taak van forensische audits van Audit Vlaanderen over, alsook het meldingspunt en de bescherming van klokkenluiders. Het aanpassen van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering door het opnemen van sancties voor ambtenaren die geen aangifte doen van een wanbedrijf of misdaad waarvan ze in de uitoefening van hun ambt kennis kregen, moet dan weer zorgen voor meer interne controle.
Ambtenaren die wel aangifte doen van wanmisdrijven en misdaden zijn geen klokkenluiders of klikspanen maar correcte ambtenaren die daarvoor beloond moeten worden. Hun carrière zou een boost moeten krijgen, eerder dan wat we vandaag vaak zien: een veroordeling tot de verdoemenisput. We moeten af van de perceptie dat misdaden en wanpraktijken aanklagen negatief is. We moeten naar een cultuur waarbij alles start bij een persoonlijk verantwoordelijkheidsgevoel dat het algemeen belang boven het persoonlijk belang stelt. Het ‘Butterfly Effect’ start bij uw vleugels.
Eén centraal controleorgaan met voldoende middelen
Dit centraal orgaan voert niet enkel onderzoek op basis van klachten of meldingen, maar focust zich vooral op actieve controles. Uiteraard moet het over voldoende personeel en middelen beschikken. Daarnaast moeten zwaardere straffen voorzien worden en moet bij vaststelling van ernstige onregelmatigheden de betrokken ambtenaren en politici preventief geschorst worden in afwachting van ontlasting door de procureur.
Controleorganen zijn in ons land te vaak gepolitiseerd. Personen die er zitting in hebben worden aangeduid door politieke assemblees of politieke partijen, waardoor deze controleorganen vaak sceptisch onthaald worden en er reeds bij oprichting een perceptie van partijdigheid ontstaat. De politiek mag dan ook enkel voorzien in voldoende gegarandeerde financiering en moet de samenstelling volledig loslaten en overlaten aan de academische wereld en de media. Een personeelsbestand met een gezonde mix van wetenschap, journalistiek, politie en justitie zou zo over voldoende expertise en slagkracht kunnen beschikken om politiek gesjoemel serieus terug te drijven.
Nieuwe politieke cultuur
Begin de jaren ’90, in de nasleep van het ‘Agusta’-schandaal riepen alle politieke partijen op tot een nieuwe politieke cultuur. Ze kwam er niet. Een nieuwe cultuur komt niet vanzelf en al zeker niet wanneer je werkt binnen een cocktail van macht en geld. Alle machtspartijen die toen opriepen tot een verschoning van de politiek en het dichten van de kloof tussen mens en politiek, hebben nu boter op het hoofd. Ik vergelijk de politiek vaak met het wielrennen. Elke nieuwe generatie roept luid dat ze clean zijn, tot men ze betrapt met de spuit in de arm of het bloedzakje in de wagen.
>Beste dames en heren partijvoorzitters, het momentum ligt bij jullie. Willen jullie echt werk maken van een nieuwe politiek ethiek? Willen jullie eerlijke en integere politici? Willen jullie een administratief apparaat bevrijd van fraude, belangenvermenging en corruptie? Om de geloofwaardigheid in de politiek te herstellen moeten de rotte appels uit de mand en moet de mand gereinigd worden. Enkel door de pakkans te vergroten en zwaardere straffen op te leggen wordt de doofpot op termijn een curiosum in de geschiedenisboeken.
Tags |
---|
Personen |
---|
Ignace Vandewalle (1966) was kabinetsmedewerker van minister Marc Verwilghen en staatssecretaris Vincent Van Quickenborne, parlementair medewerker van Boudewijn Bouckaert en sinds 2019 partij-onafhankelijk parlementair medewerker van Jean-Marie Dedecker. Sinds 2014 is hij zaakvoerder van het onafhankelijk politiek adviesbureau BFELT.
Ignace Vandewalle: ‘Het stemrecht zou politici moeten activeren en terugbrengen naar de Dorpstraat om de politiek opnieuw aantrekkelijk te maken.’
Frédéric De Gucht ziet de Brusselse onderhandelingen afspringen en de federale doodbloeden. ‘Ze lijken een ander verkiezingsresultaat te willen.’