De boekendokter schrijft voor: afscheid van een vriend
Eenzaamheid – eenzame, oude man op bankje.
foto © Twitter
De boekendokter was ook maar een mens. Zijn ogen werden vochtig toen hij me vertelde over een patiënt die hij net had verloren. Hij sprak stiller dan anders, bedachtzamer. De man was een goede vriend geworden, zei hij. Veel van zijn collega’s gingen ervan uit dat dat soort band met patiënten onmogelijk was. De boekendokter niet: het was uitzonderlijk, maar …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe boekendokter was ook maar een mens. Zijn ogen werden vochtig toen hij me vertelde over een patiënt die hij net had verloren. Hij sprak stiller dan anders, bedachtzamer. De man was een goede vriend geworden, zei hij. Veel van zijn collega’s gingen ervan uit dat dat soort band met patiënten onmogelijk was. De boekendokter niet: het was uitzonderlijk, maar toch. Ik begreep precies wat hij bedoelde.
Eenzaamheid
Toen ik hem vroeg aan welke ziekte zijn vriend gestorven was, keek hij me indringend aan. Uit zijn blik sprak diepe droefenis. Ook al duurde het even voor hij reageerde, zijn antwoord liet zoals steeds weinig ruimte voor misverstand.
‘Het was geen echte ziekte’, zei de boekendokter, ‘maar tegelijk de ergste die er bestaat: eenzaamheid, slepender en slopender dan de traagste kanker’. Uit de bitterheid van zijn woorden sprak veel tegelijk — berusting, wanhoop, maar ik meende ook iets te horen dat op schuldgevoel leek.
Tachtig
Zijn vriend was vorige maand net tachtig geworden. Zijn laatste verjaardag was allerminst een feest. Zijn hele volwassen leven had hij alleen geleefd. Altijd was er de mogelijkheid geweest van een zich aandienende relatie.
Soms had hij zelfs verschillende vriendinnen tegelijk, maar nooit duurden zijn verbintenissen met vrouwen echt lang. Hij verlangde naar liefde, dat heel zeker, maar hij vreesde mogelijk dat hij er niet goed genoeg in was. Bang om verlaten te worden koos hij voor iets wat nog erger was: verlaten zijn.
Buitengewoon geleerd
‘Vrienden had hij veel’, zei de boekendokter, ‘en boeken, een huis vol’. De patiënt die vriend geworden was, bleek een buitengewoon geleerd man, professor aan de universiteit, decaan ook van zijn faculteit. Sinds hij met emeritaat was — nu al vijftien jaar — las hij elke dag een paar pagina’s Latijn en Grieks, filosofen en historici dooreen, met een klemtoon op die laatsten. Hij deed het om de geest scherp te houden, maar ook wel een beetje om zich te onderscheiden van anderen.
Ooit had hij op de avondschool Italiaans gestudeerd. Een van zijn beste vrienden was een specialist van het werk van Dante. Sinds diens dood las hij elke week een canto uit de Divina Commedia. Met de boekendokter had hij verschillende gesprekken over Dante’s meesterwerk.
Zoals de meeste ongelovigen vond hij het Inferno het sterkste deel van het epos. Bij Il Paradiso kon hij zich weinig voorstellen, zei de boekendokter, en het tweede deel vond hij ongeloofwaardig. Zonden zijn er niet om vergeven te worden, vond hij, maar om blijvend herinnerd te worden aan het plezier dat je had toen je ze beging.
Paolo en Francesca
‘De verwijzing’, zei de boekendokter, ‘is naar het bekende canto over Paolo en Francesca, het vijfde van Inferno’. Het gaat over twee overspelige geliefden die eeuwig in de hel rondzwerven, twee duiven aan elkaar gekoppeld. Hun lot is pijnlijk, maar ze zijn samen. ‘Er is geen groter lijden’, citeerde de boekendokter uit het hoofd, ‘dan aan het uur der vreugd terug te denken in het uur der smart’.
Was dat de levensles die zijn vriend de patiënt had getrokken uit het lezen van Dante, wou ik weten. Beter geen groot geluk te hebben gekend, zodat je ook niet kunt beseffen dat je het hebt verloren? Dat was allerminst het geval, verzekerde mijn leesgids me. Zijn vriend wist heel goed wat de woorden van Francesca betekenden: ze drukten precies zijn pijn uit.
Farmakon
‘Boeken zijn tegelijk vergif en medicijn’, oreerde de boekendokter. De oude Grieken gebruikten voor beide hetzelfde woord, wist hij te zeggen, ‘farmakon’. Zo was het volgens hem ook met de boeken die je las. Ze kunnen je wel degelijk beter maken, maar ze kunnen je ook naar het moeras van je verdriet lokken. En voor je het weet, zit je al lezend vast en blijkt de bodem onder je voeten weg te zijn gevallen.
Dat was natuurlijk niet wat Dante op het oog had, voegde de boekendokter toe. Zijn verhaal over Paolo en Francesca heeft een stichtende bedoeling. Hoezeer Dante ook met hen meevoelt, de twee overspeligen zijn niet het na te volgen voorbeeld. Ze branden hoe dan ook in de hel, voor eeuwig en altijd.
Boekenvrienden
‘Het is met boeken zoals met vrienden’, opperde ik, ‘sommige zijn goed voor je, andere veel minder’. De boekendokter was zichtbaar geamuseerd door mijn suggestie, al begreep ik eerlijk gezegd niet meteen hoe ik zijn glimlach moest begrijpen. Had ik net iets heel verstandigs opgemerkt of juist iets heel doms?
‘Wat je zegt doet me denken aan wat Petrarca ooit schreef’, zei hij. Hij bleek een van de eersten te zijn geweest die het uitvoerig over de vriendschap van boeken had. Boeken waren volgens hem de best mogelijke vrienden, wist de boekendokter. Ze waren er altijd wanneer je ze nodig had, en belangrijker: ze lieten je met rust wanneer je alleen wou zijn. Dat was met levende vrienden wel eens anders. Die vielen je lastig op de meest onmogelijke momenten.
Stomme boeken
‘Je vriend had dus geluk met zijn vele boeken’, merkte ik op. De boekendokter zag het toch anders en hij wist heel zeker dat ook zijn net overleden vriend dat zo zag. ‘Boeken nemen je eenzaamheid niet weg’, zei hij. ‘Ze vragen niet hoe het met je gaat, ze spreken niet terug wanneer je nood hebt aan een echte stem.’
‘Stomme boeken’, zei ik, maar ik had meteen spijt van mijn flauwe grapje. De boekendokter was verzonken in droevige gedachten. Wellicht voelde hij zich schuldig omdat hij er niet voldoende was geweest voor zijn vriend. Het bleef stil in mijn woonkamer. Ik wist even niet wat te zeggen.
Opgelucht
Na een paar minuten stond de boekendokter op. Hij bedankte me voor ons gesprek. ‘Ik ben blij dat ik je heb kunnen vertellen over mijn dode vriend’, zei hij. Zijn woorden luchtten me op, maar ik wou het niet laten merken. Het ging voor een keer niet over mij en dat was goed.
‘Volgende week doen we verder’, zei de boekendokter. ‘Dan hebben we het over Ivan Iljitsj, de dode titelheld uit het verhaal van Tolstoj. Ik vertel je alles over hem en neem het boek voor je mee.’ ‘Dank je wel, dokter’, zei ik, ‘dat zal me heel zeker veel goed doen’. Vandaag had ik dan wel geleerd dat sommige boeken vergif zijn, maar ik was er zeker van dat mijn boekendokter die te allen prijze uit mijn buurt zou houden.
Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.
De lotgevallen van Don Quichot lijken ‘wreed grappig’, maar kunnen evengoed een toonbeeld van zelfopoffering uit een verloren gegane wereld zijn.
Vandaag is het precies een kwarteeuw geleden dat Merkel in een historisch opiniestuk afrekende met Helmut Kohl en zo de macht binnen de CDU greep.