De V van Vertrouwen
Te vroeg voor gejammer
Di Rupo II is zowat gevormd en de N-VA heeft een geweldige verkiezingsnederlaag geleden. Het is normaal dat gekwetste verliezers dat soort onzin verkopen, maar hoe kan het dat ook flaminganten meestappen in dat klaagdiscours? Tijd om af te kicken van die Vlaamse verslaving aan de sombere kijk.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Een Vlaanderen dat rechtop loopt’. Zo zei Bart De Wever het op 25 mei in de Brusselse Viage. Maar in de dagen na de historische N-VA-overwinning in de moeder aller verkiezingen lijken heel wat militanten dat zelfbewustzijn al vergeten. Zo heeft de wel heel voorbarige vrees voor een nieuwe tripartite al een virtuele ‘Mars op Brussel’ gebaard. Zagen en klagen: ook na een schitterende triomf lijkt de Vlaamse Beweging vast te zitten in een verongelijkte kramp. Terwijl het spel nog volop gespeeld wordt, eisen heel wat flaminganten nu al de nederlaag op.
Er is altijd reden tot voorzichtigheid. Dit is geen pleidooi voor ongebreideld en blind optimisme. Het is inderdaad waar: de traditionele krachten van het Belgische establishment zullen alle zeilen bijzetten en De Wever zal niets cadeau krijgen. Maar het is haast pathetisch hoe sommige flaminganten zichzelf een mislukking proberen aan te praten. Pijnlijk ook hoe vele N-VA-kiezers haast kritiekloos meehollen met het clubje commentaarschrijvers dat droomt van het status-quo.
Manke argumenten
Het mag niet verbazen dat het heir der opiniemakers unisono de klassieke tripartite aankondigt. De loopbaan van de meeste commentatoren valt samen met de kwarteeuw onafgebroken regeringsdeelname van de PS. De meeste analisten hebben eenvoudigweg niet voldoende verbeelding om zich een regering zonder de PS voor te stellen. Bovendien hebben de meeste dag- en weekbladen zich tijdens de lange campagne tot het anti-N-VA-kamp bekend. De verkiezingsuitslag van vorige zondag – toen N-VA nog fors won ten opzichte van de indrukwekkende uitslag van 2010 – was ook een nederlaag voor al die journalisten die zo hun best hadden gedaan om de N-VA de dieperik in te schrijven. Het moet voor een deel van het journaille hard aangekomen zijn: blijkbaar is de invloed van al die stukjes en die schreeuwerige koppen toch niet zo groot. Het maakt dat veel van dat geschrijf over de ‘onmogelijke’ opdracht van De Wever vooral een therapeutisch karakter heeft.
Toch zijn veel van die ‘argumenten’ waarmee de nederlaag van N-VA voorspeld wordt bij nadere inspectie grote nonsens. Zo zou de nederlaag van Vlaams Belang in het nadeel van het ‘V-kamp’ spelen. Maar het strategische voordeel van een vitaal VB was altijd maar heel beperkt. Als een soort van dood gewicht, een verzameling blokkerende zetels, had het VB alleen maar tactisch nut in de formatiefase. Zodra er een coalitie gevormd werd, waren alle VB-zetels automatisch veroordeeld tot de oppositie. De hergroepering van Vlaamsgezinde stemmen rond de N-VA-standaard zorgt ervoor dat al die stemmen ook tijdens de legislatuur zullen kunnen wegen op het beleid.
Tegen de N-VA wordt ook aangevoerd dat de traditionele partijen toch aardig stand hebben gehouden. Die stelling klopt alleen (een beetje) als de resultaten van 2010 als norm worden genomen. Maar 2010 was een historisch en dramatisch dieptepunt voor de traditionele partijen. De grootste triomf voor de N-VA is misschien dat het rampjaar 2010 één verkiezing later reeds als de normale situatie wordt voorgesteld. Als kers op de taart hebben de socialisten, de politieke familie die het verst afstaat van de N-VA, op alle niveaus verloren.
Sterke positie
De kaarten hebben nog nooit zo goed gelegen. Wie toch de aandrang zou voelen om de overwinning van het establishment af te kondigen, moet maar eens gaan grasduinen in de vele cijfers. De manier waarop N-VA in zowat heel Vlaanderen heeft gewonnen, is ronduit indrukwekkend. Zelfs Gent ging voor de bijl. Op elk partijhoofdkwartier wordt de gele golf zeer goed bestudeerd. Natuurlijk probeert elke voorzitter zich na verkiezingen als winnaar te verkopen, maar reken maar dat er overal met grote ongerustheid naar de nieuwe electorale krachtsverhoudingen wordt gekeken. De analyses van de Yves Desmetten en Bart Brinckmannen van deze wereld ten spijt: de cijfers lachen de N-VA toe.
Maar er is meer dan alleen de electorale machtspositie. N-VA is dit keer ook beter voorbereid. Het verschil met 2010 is zonder enige overdrijving galactisch te noemen. In 2010 won de partij van Bart De Wever min of meer tot de eigen verbazing de verkiezingen. De partij was helemaal niet voorbereid op onderhandelingen, en moest in veel gevallen een beroep doen op Ceder – de studiedienst van CD&V. Vier jaar later heeft N-VA zelf een stevige eigen studiedienst uitgebouwd. De afgelopen weken werden in ‘de Leeuwenkuil’ op het Brusselse partijsecretariaat talloze concrete onderhandelingsnota’s klaargestoomd. De denkers achter de schermen hebben ondertussen kostbare jaren ervaring opgebouwd. Vooral het wedervaren in de Vlaamse regering – waar N-VA sinds 2009 voor het eerst als een zelfstandige partij deel van uitmaakte – zal wellicht zeer waardevol blijken in de komende periode.
Ook de onderhandelingsmethodes spelen in het voordeel van N-VA. Sinds de slopende formatie van 2010-2011 weten we dat formatienota’s binnen de kortste keren op het net prijken. Dat introduceert enige transparantie in het proces. N-VA kan nu perfect centrumrechtse formatievoorstellen op tafel leggen die inhoudelijk moeilijk te verwerpen zijn voor partijen als Open Vld, CD&V, MR en zelfs cdH. Op dat moment zijn er maar twee opties: ofwel krijgt N-VA de regering waar N-VA op aanstuurt, ofwel wordt duidelijk dat N-VA om niet-inhoudelijke redenen geboycot wordt door andere partijen. In beide gevallen wint N-VA.
Natuurlijk kan de N-VA nog altijd geflikt worden, maar dat zien we dan wel weer. Op dit ogenblik zijn er niet zo gek veel redenen om al te wanhopen. Als de Vlaamse Beweging ooit verlost wil worden van het imago van billenknijpende azijnpissers, dan moeten heel wat Vlamingen eens stoppen met zeuren en treuren voor daar enige reden toe is. Het signaal van de kiezer is nog niet genegeerd. Er zijn nog geen regeringen gevormd. Kalm blijven en De Wever het voordeel van de twijfel geven. Slechte winnaars verliezen geheid de volgende verkiezingen. En een Vlaming, die loopt rechtop.
Foto: (c) Reporters
Tags |
---|
Personen |
---|
Daniël Walraeve (1988) is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven.
Met een communautaire campagne graaft De Wever zijn eigen graf. Dat vertikt hij.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.