Egmont en Hoorne, iconische figuren uit een tragisch politiek conflict
Vooruitblikken in het verleden
Van de onthoofding van Egmont en Hoorne tot de Hongaarse volksopstand en TIenanmen: moordende politieke repressie is van alle tijden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Tachtigjarige Oorlog was niet alleen een langdurig conflict, er ging bovendien een lange periode van groeiende spanningen aan vooraf. De 16de eeuw kende in heel Europa twee breuklijnen die meer en meer met elkaar verstrengeld raakten. De door Luther in 1517 in gang gezette reformatie verscheurde katholiek Europa en gaf aanleiding tot vaak zeer bloedige conflicten die pas een eeuw later moeizaam richting een compromisvrede zouden evolueren. Tegelijkertijd zette het absolutisme zich door ten koste van wat er nog resteerde van de feodaliteit. En dat was ook in onze streken zo, alleen zouden de Nederlanden de Nederlanden niet zijn mocht hier niet alles een beetje ingewikkelder in elkaar zitten. Onze streken kenden ook een zeer sterke verstedelijking. Die rijke steden kenden op hun beurt belangrijke machtselites die de situatie alvast voor de adel een stuk gecompliceerder maakten. Maar ook het bestuur door een vorst, Filips II, die zich ver weg in Spanje bevond en weinig begrip wenste op te brengen voor de politieke situatie hier droeg niet bepaald bij tot een doorzichtige situatie.
Verzet tegen absolutisme, centralisme en religieuze repressie
Al in de Bourgondische Nederlanden was er een centraliseringsproces bezig waarin ook de hoge adel zich inschakelde. Verliep dit proces onder Karel V nog vrij vlot, onder zijn opvolger Filips II groeide het onbegrip en de afkeer van een centraal bestuur dat steeds meer absolutistische trekjes van de venijnige Spaanse soort vertoonde, een centraal bestuur dat ook geen begrip wilde tonen voor de verspreiding van het protestantisme in zijn veelvuldige vormen in de Nederlanden. Dat dat centralisme ook nog eens handenvol geld kostte dat via verhoogde belastingen moest worden opgehoest deed er ook al geen goed aan. De hoge adel zag ook de macht wegvloeien en wilden hun invloed op de bestuursstructuren behouden. Het verzet van die hoge adel werd geleid door drie personen uit het beperkt aantal hoge adellijke families dat de top van de traditionele machtspiramide vormde: Willem van Oranje, Lamoraal van Gavere, graaf van Egmont en Filips van Montmorency, graaf van Hoorne. Niet dat zij een effectieve opstand tegen de Spaanse koning planden.
Zij bleven in wezen loyaal en katholiek (Oranje zou pas later tot het calvinisme overgaan), maar Filips II zag dat duidelijk anders. De vlam sloeg in de pan met de
Beeldenstorm in de herfst van 1566. Het land stond in rep en roer, en Filips II stuurde de hertog van Alva, één van zijn meest bekwame militaire commandanten,
naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Oranje vluchtte uit Brussel weg, maar Egmont en Hoorne bleven. En dat was een vergissing. Alva nodigde
beide heren uit op een diner, alwaar hij ze gevangen nam en vervolgens beschuldigde van hoogverraad. Ondertussen duurden de onlusten voort en kwam het
een paar keer tot een beperkt militair treffen. Te Heiligerlee op 23 mei 1568 behaalden opstandelingen een eerste overwinning tegen het Spaanse gezag. Alva reageerde prompt. Hij liet een reeks edelen executeren, met als hoogtepunt de onthoofding te Brussel op 5 juni 1568 van Egmont en Hoorne. En dat was niet niks. Beide heren waren stadhouder in verschillende vorstendommen in de Nederlanden. Hun onthoofding was een ferme slag voor de machtselite in de Nederlanden. Voor de militaire confrontatie tussen de Spaanse vorst en de opstandige Nederlanden was er geen weg meer terug.
Egmont-ouverture
De onthoofding van Egmont en Hoorne, twee prominenten die de vrijheid verdedigden en een gematigde aanpak van religieuze dissidentie voorstonden, zou een literaire inspiratiebron worden. Het bekendste werk is wellicht Goethes tragedie Egmont uit 1775. Goethe voorzag dat er ook muziek gespeeld werd bij dit toneelstuk. Van de oorspronkelijke compositie is niets bewaard, maar Beethoven kreeg van het Wiener Burgtheater de opdracht hier muziek voor te schrijven. Het toneelstuk met de muziek van Beethoven ging in première op 15 juni 1810. Het meest bekende stuk van deze muziek is de ouverture, die tijdens de Hongaarse volksopstand van 1956 tegen het stalinistische regime zou uitgroeien tot een soort onofficiële hymne.
En dat brengt ons naadloos bij die andere tragische gebeurtenis die we deze week herdenken. Fast forward naar een geheel ander tijdperk, een geheel andere plaats en een regime dat onnoembaar repressiever was dan het regime van Alva en Filips II ooit is geweest. In 1989 kwam de communistische wereld van aan het IJzeren Gordijn tot in Beijing in opstand tegen de totalitaire communistische partijen die daar al sinds de Tweede Wereldoorlog de macht in handen hadden. In april was er op het Tienanmenplein een betoging ontstaan die wekenlang bleef duren. Op het hoogtepunt van de protesten zouden er tot 250.000 betogers op het plein hebben gestaan. Na wekenlang intern gebakkelei besloten de communistische machthebbers er een eind aan te maken en op 4 juni 1989 werden militairen ingezet om het protest de kop in te drukken. Naar schatting kwamen daarbij 2.000 tot 3.000 betogers om. In China was het verzet gebroken, in Europa echter zou 1989 zich ontpoppen tot een wonderjaar dat het communisme daar naar de mestvaalt van de geschiedenis
verwees.
Paul Cordy is historicus en studeerde daarnaast nog Duitse taalkunde, filosofie en rechten. Hij was free lance journalist, leraar Duits en studiebegeleider Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Hij is districtsburgemeester van Antwerpen en gewezen Vlaams Parlementslid. Hij schreef onder meer "Wij zingen Vlaanderen vrij: Het verhaal achter 75 jaar Vlaams Nationaal Zangfeest', een verhaal dat hij zelf als jarenlang regisseur mee vorm gaf.
‘Ik ben Alexander De Croo, de premier waar 92,5 % van de Belgen niet op zat te wachten en wiens aanstelling 100 % van de Belgen verraste.’
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.