Forum
Geef Europeanen een adviserende stem in het Brussels parlement
Jan Wostyn (Vista): ‘Brussel mag dan wel een gewest zijn, maar het is vooral een stadsgewest met bevoegdheden die ook veel Europeanen aanbelangen.’
—
Jan Wostyn is econoom en sinoloog (beiden KU Leuven). Hij is co-voorzitter van Vista, de nieuwe Vlaamse sociaal-liberale partij die ijvert voor meer Vlaamse autonomie en een sterkere band tussen Vlaanderen en Brussel.
Jan Wostyn (Vista).
foto © Flickr - Fred Romero
Jan Wostyn (Vista): ‘Brussel mag dan wel een gewest zijn, maar het is vooral een stadsgewest met bevoegdheden die ook veel Europeanen aanbelangen.’
Bij de komende lokale verkiezingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zullen exact 50.443 niet-Belgen meestemmen. Zij moesten zich voor 1 augustus laten registreren. Vooral Europeanen – ambtenaren van de Europese Unie – deden dat. Toch blijft dit cijfer vrij laag in vergelijking met de bijna 300.800 potentiële buitenlandse kiezers, waarvan 241.417 EU-burgers.
Uiteraard zijn dat niet allemaal inwoners die langdurig in het gewest wonen. Ook Europese studenten, stagiairs en tijdelijke aanstellingen gelden als Europese inwoners, net zoals roterend ambassadepersoneel.
Sommige Brusselse Europeanen worden helaas ook nog afgeschrikt door de Belgische stemplicht, wat impliceert dat zij zichzelf door registratie een verplichting op de hals halen die bovendien tot boetes kan leiden. De lokale stemplicht blijft in Brussel en Wallonië namelijk intact, in tegenstelling tot in Vlaanderen.
Structureel verankerd
Maar voor veel Europese kiezers is het in een stad als Brussel een aberratie, een afwijking van het normale of verwachte, dat zij enkel lokaal kunnen meestemmen en niet gewestelijk. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mag dan wel een gewest zijn, maar het is vooral een stadsgewest met bevoegdheden die ook veel Europeanen aanbelangen.
Neem nu bijvoorbeeld de recente discussie rond de lage-emissiezones (LEZ). Waarom zouden Europeanen in Brussel, toch de officieuze hoofdstad van de Europese Unie, daar niet over gehoord moeten worden? Velen van hen zijn structureel verankerd in deze stad, maar wat zij over deze problematiek precies vinden, dat weet niemand. Hetzelfde geldt voor de discussies rond ‘Good Move’, het mobiliteitsplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, of onverdoofd slachten.
Europese inwoners van Brussel officieel stemrecht geven bij de regionale verkiezingen is een complexe zaak. Het hele gewest is een delicate constructie die onlosmakelijk samenhangt met de stabiliteit van België zelf. De speciale ‘Brusselwet’, die het levenslicht zag in 1989, kan dan ook enkel gewijzigd worden met een bijzondere tweederdemeerderheid in het federale parlement. Gezien de huidige politieke situatie in België is dat op korte termijn sciencefiction.
Adviserende parlementsleden
Wat wel een optie kan zijn, is om parallel met de gewestverkiezingen de Europese gemeenschap in Brussel haar eigen vertegenwoordigers te laten kiezen die als adviserende parlementsleden zouden kunnen zetelen in het Brussels parlement. Zij zouden geen wetsvoorstellen kunnen indienen en ook geen directe impact uitoefenen op de machtsverhoudingen binnen dat parlement.
Maar ze zouden als derde groep, naast de 72 Franstalige en 17 Nederlandstalige parlementsleden, wel een invloed kunnen hebben op het gevoerde beleid en minstens de stem van de Europese Brusselaar kenbaar kunnen maken.
Het aantal adviserende zetels zou heel eenvoudig kunnen bepaald worden op basis van het aantal stemmen per zetel van de twee andere (taal)groepen in het parlement. Bij de laatste gewestverkiezingen van 9 juni waren dat respectievelijk 5.413 stemmen per zetel in de Franse taalgroep (72 zetels) en 4.728 stemmen per zetel bij de Nederlandstaligen (17 zetels).
Voor het hele parlement lag het gewogen gemiddelde op 5.282 stemmen per zetel. Als de 41.251 Europese kiezers (17,09 procent van alle potentiële Europese kiezers) die nu lokaal zullen meestemmen dat ook zouden doen op gewestelijk niveau, komt dat dus overeen met zo’n 7 à 8 adviserende Europese zetels in het Brussels parlement.
Engels
Sommigen zullen meteen een stap verdergaan, en tegelijkertijd pleiten voor het Engels als de derde officiële taal van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar dat is een brug te ver. Als Europeanen namelijk mee een zeg willen hebben over het beleid van het gewest, lijkt het me evident dat zij toch minstens één van de twee officiële talen moeten beheersen om ook echt deel uit te maken van de Brusselse samenleving. Het kan niet de bedoeling zijn om een derde taalgroep te creëren.
Europeanen zijn en blijven uiteraard van harte welkom in Brussel, en zeker bij ontvangst op de lokale gemeenteadministraties moet Engels een plaats kunnen krijgen. Maar wie zich hier duurzaam vestigt, moet zich integreren in de lokale samenleving.
Bubbel
Het adviserende stemrecht voor Europeanen bij de Brusselse verkiezingen zou in elk geval kunnen bijdragen tot de versterking van de democratie en het dichten van de kloof tussen de Europese bubbel en de rest van Brussel. Daarnaast is het ook oneerlijk dat Belgische politici uit de Brusselse gemeenteraden wél actief kunnen zijn in het Brussels parlement, terwijl Europese politici in de gemeenteraden geen enkele rol mogen hebben in het gewest.
Al in 2008 schreef voormalig lid van het Europees Parlement Derk Jan Eppink het essay ‘Een Europees statuut voor Brussel’, waarin hij pleitte voor een grotere rol van de EU in Brussel. Hij merkte ook de grote contrasten op, die zo kenmerkend zijn voor het gewest. Een grotere betrokkenheid van de Europese inwoners van Brussel door een adviserend stemrecht in het parlement, kan misschien ook een eerste bescheiden stap zijn om Brussel zich verder te laten ontwikkelen tot onmiskenbare en misschien ooit wel officiële hoofdstad van de Europese Unie.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Jan Wostyn is econoom en sinoloog (beiden KU Leuven). Hij is co-voorzitter van Vista, de nieuwe Vlaamse sociaal-liberale partij die ijvert voor meer Vlaamse autonomie en een sterkere band tussen Vlaanderen en Brussel.
Jan Wostyn (Vista): ‘Als Brussel op deze weg voortgaat, is het faillissement onafwendbaar.’
De reislust voert uw schrijver naar de Maas en Brussel, waar hij onthaald wordt door een villa, kunstschilders en een schaamteloos jonge fotograaf.