JavaScript is required for this website to work.
Media

Het journalistieke fort

John Croughs16/10/2019Leestijd 6 minuten
De Courante uyt Italien, Duytslandt, &c. (1618), de oudste Nederlandstalige
krant.

De Courante uyt Italien, Duytslandt, &c. (1618), de oudste Nederlandstalige krant.

foto © Koninklijke Bibliotheek Nederland

De VRT moet besparen en ziet hierin een dwang om te conformeren aan ‘de grondstroom’. Maar komen er niet gewoon veel linkse stemmen aan bod?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Jambon I zet meteen de toon. Iets minder meer of anders gezegd: besparen! De drooglegging van de woonsubsidie en de beperking op de kinderbijslag zorgden voor de eerste commotie. Logisch, want dit treft vele burgers. De berichtgevingen hierover werden voornamelijk gevoed door reacties van oppositie en experten. Een vrij rationeel debat over cijfers. Daarna werd een derde besparingsdoel teruggevonden in het regeerakkoord, namelijk de VRT. Het besparingsstreefdoel is slechts een fractie van de vorige 2 items en treft de burgers niet of hoogstens miniem. Zoals men dat van de NMBS al jaren verlangt, moet ook de logge VRT ‘afslanken’. Efficiëntiewinst heet zoiets.

Iets minder eenheidsworst

De commotie die daaruit voortvloeit is nochtans heviger en omvangrijker dan die over de woonbonus en het kindergeld. In de VRT-kwestie wordt het debat dan ook vooral gevoed en gevoerd door een beperkt clubje betrokkenen: de journalisten. De vierde macht hanteert de pen en bepaalt het debat. Wat de journalisten meer dwarszit dan de besparingsronde an sich, is de visie van de Vlaamse regering over het bestaansdoel van de VRT, en vooral van de VRT-nieuwsredactie. De nieuwe regering verwacht een vertaling van de Vlaamse grondstroom op het gesubsidieerde TV-scherm. Vandaag is er blijkbaar teveel eenheidsworst en een te eenzijdige ideologische invulling van maatschappelijke thema’s.

De vrienden van Bart

Deze kritiek komt het meest tot zijn gading in De Afspraak  bij Bart Schols. Een tafel waaraan de moderator met 3 of 4 gasten debatteert, filosofeert en duiding geeft. De gasten zijn vaak dezelfde en in vergelijking met de wat rechtsere Vlaamse grondstroom ideologisch eerder links georiënteerd. Meer nog, ook de moderator zélf bekent soms kleur. Mensen als Ignaas Devisch, Hendrik Vos, Michiel Vos, Rudi Vranckx , Lia van Bekhoven, Kristien Hemmerechts, Stijn Meuris, Hilde Van Mieghem, Tom Lanoye, Michael Van Peel, Saskia De Coster, Dave Sindardet, Paul De Grauwe, Joël De Ceulaer, Bart Brinckman en Bert Bultinck zijn of waren vaste tafelgenoten van Bart. Allen geen grote fan van een economisch en/of identitaire rechtse of conservatieve visie op de maatschappij. Waarom is de culturele sector zo oververtegenwoordigd in het programma en waarom is hun stem over de samenleving zo relevant? Waarom laat men niet een CEO zijn licht schijnen over bijvoorbeeld multiculturaliteit? Of een topsporter over de klimaatbeweging?

Het argument Dedecker

‘Maar,’ zeggen de verdedigers der pennenmacht, ‘Jean-Marie Dedecker, Mia Doornaert, Hendrik Vuye en Maarten Boudry zitten óók te pas en te onpas aan tafel bij Bart en zij zijn toch niet links?’. Klopt, er is een vast allegaartje gasten, beperkt in kwantiteit, dat zich eerder rechts van het spectrum bevindt. Gasten als Devos, Loobuyck, Gerlache, Torfs en andere vertegenwoordigen van het centrum.

Het verschil in aantal is aanzienlijk en omgekeerd evenredig ten opzichte van de verhouding die terug te vinden is in de échte wereld. Dedecker is trouwens politicus en heeft dus wat meer spreekrecht over tal van onderwerpen dan pakweg Nigel Williams of godbetert Kristien Hemmerechts! Dat kijkers ter linkerzijde eveneens kritiek uiten na de doortocht van Mia Doornaert is geen argument dat aantoont dat De Afspraak  een evenwichtig programma is, maar wel hoe verwend de linkse kiezer is door ‘hun’ VRT.

De setting

Niet enkel de gasten zijn van belang. Ook de opstelling waarin ze rond de tafel zitten spreekt boekdelen. De ideologisch rechtse gasten worden steevast gepositioneerd tegenover enkele krachtige tegengeluiden die, vergeef me het verwijt, subtiel geruggesteund worden door de moderator himself. Daarnaast zijn er -tig uitzendingen waarin de brede waaier progressieve gasten als het ware een onderonsje houden met Bart Schols of het vijfde wiel aan de wagen eraf rijden en in zeldzame gevallen ridiculiseren of demoniseren.

Anti-N-VA journalistiek

Het is nu wat minder, maar dit is lang de rode draad geweest voor alle actuaprogramma’s en elke vierkante centimeter krantenpapier. Elke geïnterviewde kreeg een kritische vraag over N-VA, meestal zonder wederwoord. Politieke tegenstanders en moreel andersdenkenden kregen hele krantenpagina’s of ettelijke uren prime time  bashing-tijd.

Louis Tobback, Karel De Gucht, Joël De Ceulaer en vele anderen hebben meermaals hun duidelijke afkeer van de partij, haar programma, haar verkozenen of zelfs haar kiezers gratuit mogen uiten. Sinds Hendrik Vuye zijn rug keerde naar de partij, was en is hij nog steeds een graag geziene gast. Zijn niet aflatende (al dan niet terechte) kritiek op N-VA lijkt mij doorslaggevend te zijn geweest in die redactiekeuze. Dat hij een tijdje aanschurkte bij het nog meer gehate Vlaams Belang bleek ondergeschikt aan het hoger doel.

De truken van de journalistenfoor

Naast geïnterviewden en de setting zijn er nog heel wat werkwijzen die vragen over neutraliteit oproepen. Eerst zijn er de vragen an sich. Zowel de inhoud, de vorm en de toon van de vraag, als het aantal ervan, samen met de begeleidende gezichtsuitdrukkingen van de interviewer zijn van doorslaggevend belang. Ook het aantal onderbrekingen tijdens het antwoord en de nuancering die de journalist aan de geïnterviewde toelaat, bepalen de sfeer waarin de verslaggeving of duiding gebeurt.

Beeldmateriaal en geluidsfragmenten versterken het beeld dat de journalist voor ogen heeft en kost wat kost wil meegeven met de kijkers, luisteraars of lezers. Deze vaak subtiele aspecten van vraagstelling leggen de voorkeur of afkeer van de journalist bloot. Zeker wanneer dit fenomeen per journalist (of breder per redactie) over een langere periode wordt bekeken.

Orakels, predikers en beoordelaars

Alsof deze subjectiviteit niet schadelijk genoeg is voor de geloofwaardigheid van het beroep, wordt ze met schering en inslag bevestigd door de opiniedrang van menig journalist. Deze zoektocht naar intellectuele roem is een genormaliseerde standaard binnen het beroep. Journalisten treden zélf op als expert of analist of schrijven hun overgewaardeerde mening neer in de eigen krant. Uit deze talrijke opinies kan men, met uitzondering van een enkel twijfelgeval bij De Tijd en HLN, makkelijk afleiden dat slechts weinigen van hen op verkiezingsdag op N-VA, laat staan Vlaams Belang stemmen.

Natuurlijk is men ook scherp voor linkse of centrumpartijen. Doch het gaat niet over de partij die de journalist al dan niet verkiest, maar over een maatschappijvisie. Bart Eeckhout, Bert Bultinck, Karel Verhoeven, Jeroen De Preter, Bruno Struys, Bart Brinckman, Indra Dewitte, Liesbeth Van Impe, Jan Seghers, Rik Van Cauwelaert en de recent tot het conservatisme bekeerde Joël De Ceulaer zetten de toon in de opiniërende journalistiek. Op twee journalisten uit dit rijtje na zijn alle opinies met progressieve inkt geschreven. Paul Goossens en Yves Desmet deden het hen met bravoure voor.

Let op, ik vraag niet om meer rechts-opiniërende journalistiek. Ik wil gewoonweg de opinie van een journalist niet kennen. Er zijn meer dan voldoende experts wiens gedacht erg relevant en verhelderend is. Uit het boek Feitenkennis  van wijlen Hans Rosling blijkt zelfs dat journalisten vrij slecht scoren op kennis over belangrijke maatschappelijke feiten.

Twitterglorie

Veel journalisten breien een vaag verlengstuk aan hun beroep op Twitter. Waar anders huldigt en bewierookt de intellectuele elite elkaar? Vaag, omdat het niet duidelijk is onder welke hoedanigheid ze hun tweets, retweets of likes de wereld insturen. Als journalist? Zo staat het alleszins in hun profielbeschrijving en zo outen  ze zich ook met de regelmaat van een digitale klok.

Anderzijds debatteren ze er heftig mee en leert de Twitterbubbel nog gefundeerder hun persoonlijke standpunten kennen. Bij het volgend ‘objectief’ artikel moeten we er maar van uitgaan dat de opiniërende Twitterjournalist nu even gewoon neutraal verslaggever is… Ni fokken me mij he!

Geen cliché zonder kern van waarheid

En zo ontstaat een beeld van een progressieve journalistieke klasse die een hoger doel dient dan enkel informeren. Het journaille zelf hekelt dit zogezegde cliché. Is het dan uit de lucht gegrepen? Een complot van rechtsgeïnspireerde partijen of burgers? Een misverstand?

Clichés zijn gebaseerd op waarheid, al dan niet uitvergroot. De politieke correctheid die reeds jaren door de media gehanteerd en verspreid wordt is een ideologisch gekleurde houding en zelfs een links politiek instrument om bepaalde thema’s die rechtse partijen oppikken te nuanceren, te relativeren of te mijden uit het debat.

Gebiologeerde nieuwsvolgers

Kan ik dit beeld van de journalistiek staven met keiharde bewijzen? Neen. Hoe zouden we ooit aan zulke allesomvattende data geraken van dit vooralsnog onbereikbare machtsbastion? Alsof men een peiling correct zal beantwoorden en de resultaten dan nog zélf in het juiste perspectief zal bekendmaken? Het onderzoek dat voorhanden is, is zowel in aantal als in detaillering erg beperkt. Een recente studie van professor Walgrave bevestigt alleszins dat het merendeel van de journalisten die zich met politieke thema’s bezighouden eerder links is.

Anderzijds ben ik niet te beroerd om te erkennen dat het om een indruk gaat en geen absolute zekerheid. Velen zijn gebiologeerd en volgen het nieuws enkel nog in functie van een controle op de journalistieke invulling en dat vanuit een confirmed bias. Ook bij mij zal dat soms het geval zijn, waardoor ik niet de juiste verhoudingen waarneem en het probleem in sommige gevallen overschat.

De onderzoeksrechter als voorbeeldfunctie

Ik ijver dus allesbehalve voor een verrechtsing van de journalistiek. Een vertaling van de grondstroom, zoals staat omschreven in het Vlaamse regeerakkoord, is bijgevolg geenszins aan de orde. Ook journalisten van De Tijd  met een nogal rechts economische visie, of de Vlaamsgezinde journalisten van dit online opinieplatform Doorbraak, zijn in mijn beoordeling geen zuivere journalisten. Ze zijn eerder overtuigde critici die dan weer wel en dan weer niet de eigen overtuiging loslaten in een poging om het beroep van journalist vorm te geven. Het is nochtans een beroep van onschatbare waarde indien het tegemoetkomt aan de meest ethisch denkbare norm, namelijk die van het streven naar een absolute objectiviteit.

Een journalist is voor mij iemand die alles wat reilt en zeilt in de samenleving en relevant is in het betreffende debat opvolgt, onderzoekt en samengevat doorgeeft aan de bevolking. Zowel verslaggeving als duiding is een samenvatting van vergaarde feiten en opinies die losstaat van de ideeën en gevoeligheden van de journalist. De job verschilt niet veel van die van een onderzoeksrechter, van wie wij ook verwachten dat hij of zij alle pistes evenwichtig, rationeel en objectief onderzoekt zodat diens samenvatting kan leiden tot de gepaste strafmaat voor de juiste schuldige. Zo niet is de onderzoeksrechter slechts een advocaat met privileges! Ik begrijp trouwens niet waarom onderzoeksjournalistiek tot een aparte discipline van het vak behoort. Wat is dan gewone journalistiek? Verslaggeving van gebakken lucht?

Londerzelenaar, vader van twee, projectontwikkelaar en vooral erg begaan met alles wat de samenleving vorm geeft.

Meer van John Croughs

‘Uw plezante buurman is niet per se de beste bestuurder’, bedenkt John Croughs zich bij de stemmentrekkers voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Commentaren en reacties