(Nationaal-)Socialisme in tijden van crisis
#jaren30stuk
De strijd tegen die dwaze jaren 30-verwijzingen lijkt verloren. PS-icoon Philippe Moureaux maakt nog eens duidelijk dat in de aanloop naar 25 mei nog veel naar nazi-Duitsland zal worden gewezen. Dus, onder het motto ‘if you can’t beat them…’: hoe zat dat met de Duitse vakbonden?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn een gepeperd gesprek met De Tijd deed PS-éminence grise PhilippeMoureauxdit weekeinde een appel aan het collectief historisch besef: ‘Vergeet niet dat het nationaalsocialisme door veel van de toenmalige Duitse ondernemers werd ondersteund. In tijden van crisis hebben minder intelligente ondernemers vaak de neiging om naar sterke, rechtse waarden te zoeken’. Moureaux raakt hier zijdelings aan een waarheid: het klopt dat veel ondernemers wel brood zagen in de nieuwe politieke beweging van Herr Hitler. Eind jaren 20 en begin jaren 30 had ook Duitsland zwaar te lijden onder de internationale recessie. De Weimarrepubliek was een vaak zwakke structuur die niet echt in staat leek om het tij te keren. In 1928 zouden volgens schattingen 20 399 000 volle arbeidsdagen verloren zijn gegaan door stakingen in Duitse bedrijven. Het is zeer de vraag of enkel de minder intelligente Duitse ondernemers daar wanhopig van werden.
Alleen rabiate tegenstanders van de vakbonden zullen beweren dat syndicalisten zelf genieten van stakingen en economische recessie. Ook veel Duitse vakbondsleden verlangden dus naar een krachtdadiger optreden dat de economie opnieuw zou kunnen aanzwengelen. Vooraf, tijdens en even na de machtsovername begin 1933 had de NSDAP dan ook een uitgesproken linkse, zelfs syndicale vleugel. Bekend zijn bijvoorbeeld de gebroeders Strasser – Gregor en Otto – die namens de partij stevig de antikapitalistische trom roerden en onder meer opriepen tot de onmiddellijke nationalisering van alle grote bedrijven. Gregor Strasser onderhield goede contacten met verschillende vakbondsleiders. De grote syndicaten ondervonden op dat moment sterke concurrentie van communistische organisaties en verschillende socialisten en sociaaldemocraten droomden van een stevige, verenigde Duitse regering – inclusief nationaalsocialisten – die de extreemlinkse agitatoren het gras voor de voeten kon wegmaaien. Met de flinkse vleugel van de NSDAP werd pas definitief afgerekend in de beruchte Nacht van de Lange Messen, begin juli 1934. Op dat ogenblik was Hitler al anderhalf jaar aan de macht en had het democratische kalf zichzelf al verdronken.
NSD-ArbeidersPartij
Het is dus minstens eenzijdig om te beweren dat de Nieuwe Orde enkel de steun van ondernemers genoot. Maar er schort ook iets aan het rechtse etiket dat Moureaux op het nazisme kleeft. Het nazisme en het fascisme zijn in werkelijkheid links noch rechts en de precieze aard van de stroming is tot op vandaag onderwerp van vurige debatten onder historici en politieke wetenschappers. Zeker is dat het nazibeleid niet enkel op het voordeel van ondernemers en industriëlen was gericht. De nazi’s verwierpen in woord en daad niet enkel de sociaaldemocratie, maar ook het liberalisme.
Progressieven herinneren er vandaag graag aan dat het Derde Rijk de vakbonden heeft verboden. In realiteit werden de bestaande vakbonden eenvoudigweg vervangen door een nieuwe eenheidsvakbond, die aangestuurd werd vanuit de nazipartij. Dat lot trof niet enkel de vakbonden, maar ook de kerken, de Duitse deelstaten én de werkgeversorganisaties, die zelfs alle Kamers van Koophandels vervangen zagen door een eenheidskamer die onder controle van de partijstaat stond. De hervorming van het vakbondslandschap had vooral met macht te maken: in de Führerstaat mocht geen enkele onafhankelijke entiteit, van welke aard dan ook, enige concurrentie vormen voor de almacht van de partij en de leider. En dus werd het volledige Duitse verenigingsleven getroffen door de brede beweging van de Gleichschaltung, die zelfs jachtverenigingen en speelclubs inschakelde in de nazificatie.
De nieuwe eenheidsvakbond, het Deutsche Arbeitsfront (DAF), stond ten dienste van het vaderland, maar niet van de ondernemers. De DAF pleitte tegen het kapitalisme en voor het nationaliseren van bedrijven. In het Duitstand van Hitler werden stakingen weliswaar verboden, maar arbeiders kregen meer werkzekerheid en een betere ziekteverzekering. Via Kraft durch Freude, een dochterorganisatie van de eenheidsvakbond, konden Duitse arbeiders voor het eerst met het hele gezin op vakantie. Hitler zelf zag ook uitdrukkelijk een plaats voor de vakbond in zijn heilstaat. In Mein Kampf zegt hij daarover: ‘De vakbonden zijn noodzakelijk als bouwstenen voor het toekomstig economisch parlement of eventueel van de corporaties’. Terzijde: in Mein Kampf toont Hitler zich ook een bondgenoot van Philippe Moureaux in de recente discussie over de toplonen, want daarover schrijft de latere dictator: ‘De strijd tegen het internationale grootkapitaal (…) zal eens tot uitdrukking komen in een verstandige beperking van het verschil in saliëring’.
Herinner Hendrik
Moureaux moet niet eens de Duitse geschiedenis in alle belangrijke details kennen om te weten dat de Nieuwe Orde niet eenzijdig rechts en niet eenzijdig pro-ondernemers was. Het volstaat om een beetje op de hoogte te zijn van de eigen partijgeschiedenis. Het was immers de voorloper van de hedendaagse PS, de toenmalige Belgische Werkliedenpartij, die de academicus Hendrik De Man in 1932 terug naar België haalde vanuit het Duitse Frankfurt om de noodlijdende partij uit het slop te halen. De Man pleitte onomwonden voor krachtdadige herstelregeringen die geen verantwoording verschuldigd zouden zijn aan het parlement en een BWP die zich behalve op arbeiders ook op de burgerij zou richten. Zijn Plan De Man was geïnspireerd door het corporatisme, en de strak aangestuurde planeconomie van De Man vertoonde vrij veel gelijkenissen met de economische politiek die in de jaren 30 in Duitsland gevoerd werd. Na de Blitzkrieg stapte De Man, op dat ogenblik voorzitter van de BWP, in de collaboratie met de nazibezetter en zette onder meer een eenheidsvakbond naar Duits model op. Hij werd tijdens de repressie bij verstek veroordeeld tot een celstraf van 20 jaar en een astronomische boete van tien miljoen frank. De Man stierf enkele jaren later in ballingschap.
Nu zou Moureaux natuurlijk kunnen zeggen: dat waren andere tijden, en andere mensen bovendien. Zou het niet beter zijn om het verleden met respect te behandelen en te bestuderen in zijn historische context en eigenheid? Lopen we niet het gevaar een kostbare herinnering te banaliseren wanneer wij ze steevast als goedkope retorische techniek inzetten in een politiek discours? Is het niet absurd om de nazi’s – en dus hun misdaden – in te roepen in een democratisch debat tussen centrumlinks en centrumrechts in het België van 2013? En dan – maar slechts dan – zou die Moureaux nog eens iets niet zo stoms vertellen.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Daniël Walraeve (1988) is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven.
Met een communautaire campagne graaft De Wever zijn eigen graf. Dat vertikt hij.
Ontslagnemend staatssecretaris Alexia Bertrand zegt dat regeringsdeelname van haar partij erg moeilijk wordt. Maar niet onmogelijk is.