JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Neergang en val van de Politieke Familie

Afscheid van een staatsdragend concept

Daniël Walraeve19/9/2014Leestijd 4 minuten

De politieke families vormen sinds mensenheugenis de ruggengraat van de Belgische politiek. Tijdens de federale formatie van 2014 worden ze definitief ten grave gedragen – met dank aan Grote Flaminganten zoals Johan Vande Lanotte, Karel De Gucht en Benoit Lutgen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Alles is verbonden met alles. Aan de Zweedse onderhandelingstafel deed CD&V deze week een nieuwe poging om de Vlaamse en federale regering aan elkaar te koppelen. De christendemocraten haakten de moeizame begrotingsgesprekken binnen de Vlaamse regering vast aan de budgettaire uitdagingen op federaal niveau. Bij N-VA en Open Vld leidde dat tot ergernis, maar niet tot wanhoop. Ondanks pessimistische krantenkoppen is de verwachting bij verschillende onderhandelaars dat de coalitie van N-VA, MR, CD&V en Open Vld volgende week kan landen. Dan zal blijken in hoeverre de centrumrechtse regering afrekent met de traditionele Belgische politiek. Nu al is zeker dat er komaf gemaakt is met een aloude steunpilaar van de traditionele Belgische politiek: de politieke familie.

Na de desintegratie van de unitaire partijen was het concept ‘politieke familie’ decennialang een troost voor belgicisten. De traditionele partijen waren dan wel communautair versplinterd, er bleven wel nauw verwante zusterpartijen die over de taalgrens heen dezelfde erfenis verdedigden. Maar net als de unitaire partij was de politieke familie een zeer kunstmatige constructie, die onder steeds grotere druk kwam te staan. En net als bij de unitaire partijen, zijn het de christendemocraten die dit het eerst duidelijk maken.

De christendemocratische familie kampte altijd al met grote interne verschillen. Er waren inhoudelijke contrasten, maar als dominante machtspartij was de CVP/CD&V ook op andere vlakken een fundamenteel andere partij dan de PSC/cdH. Zolang de CVP-staat overeind bleef, konden de verschillen bedekt bleven onder de mantel van de macht. Na de dioxineverkiezingen van 1999 barstte de bom. De Vlamingen kozen voor een stevige oppositie tegen Verhofstadt, terwijl de Franstaligen de Lambermontakkoorden van paars-groen mogelijk maakten. Na de verkiezingen van 2007 bleek tijdens een notoir moeilijke formatiepoging hoezeer CD&V en cdH uit elkaar gegroeid waren. De recente keuzes van cdH-voorzitter Benoit Lutgen – voor de PS en tegen de centrumrechtse regering met CD&V – liggen dan ook geheel in lijn met de tegenstellingen die de christendemocratische familie al lang verscheuren.

Paarse implosies

In de verwoestende regeringsvorming van 2014 lijken nu ook de socialistische en liberale politieke families te sneuvelen. Twee Vlaamse kopstukken hebben de voorbije week hun politieke familie dood verklaard. Johan Vande Lanotte noemde het concept van een politieke familie in De Tijd ‘dikke zever’ (sic). De uittredende vicepremier vindt niet dat N-VA het premierschap mag doorverwijzen naar MR en Open Vld. De liberale politieke familie staat met vereende krachten sterker dan N-VA, maar dat vindt Vande Lanotte van nul en generlei belang. De geest van de sp.a-vicepremier is blijkbaar gerijpt. In 2007 vond hij nog dat de premier geleverd moest worden door de grootste partij van de grootste politieke familie. Vande Lanotte hoopte dat hijzelf die man zou zijn. Hij stelde zich kandidaat-premier, uitdrukkelijk namens de socialistische familie. Overigens zonder gevolg. 

Karel De Gucht, nochtans een blauw boegbeeld, vond vrijdagochtend op Radio 1 evenmin dat de liberale familie het leiderschap van de Zweedse coalitie kon claimen. Net als Vande Lanotte vindt De Gucht senior dat het premierschap toekomt aan de grootste partij in de Kamer. Daarmee neemt ook hij afscheid van het concept ‘politieke familie’. Toen de oude De Gucht nog partijvoorzitter was, dweepte hij wel nog met die ‘politieke familie’ – wellicht omdat de liberalen na de verkiezingen van 1999 en 2003 de grootste politieke familie vormden. De Gucht greep de politieke familie toen expliciet aan om Guy Verhofstadt te lanceren als premier. 

De uitspraken van Vande Lanotte en De Gucht zijn zeker niet gespeend van enig pervers machiavellisme. Voor N-VA is het premierschap een vergiftigd geschenk, waar traditionele partijen de Vlaams-nationalisten zwaar voor willen laten betalen. Het zou veel revanchistische tegenstanders groot plezier doen om Bart De Wever voorgoed te verbranden met de Wetstraat 16. De man die beloofde dat Vlaanderen weer rechtop zou lopen, zou zelf moeten kruipen voor het hoogste ambt – dat natuurlijk enkel in naam ‘het hoogste ambt’ is.

Toch illustreert het gemak waarmee de ‘politieke familie’ opzij geschoven wordt, hoe zwak de structurele samenwerking tussen oude zusterpartijen staat. De warme broederband, de bijna natuurlijke wisselwerking en de onzichtbare overlegorganen die niet zo heel lang geleden bestonden binnen elke politieke familie, zijn voorgoed naar het verleden verwezen. Hooguit is er nog eens een sporadisch familiefeestje, zoals het liberale 1 meifeest van de MR. Maar meer dan een verplicht nummertje is dat niet. Het is veelzeggend dat ook politieke journalisten het bestaan en het belang van de politieke familie volledig vergeten lijken te zijn. 

Zwanenzang

De teloorgang van de politieke familie laat zich voelen. Het is vooral de socialistische familie die moet vrezen voor de toekomst. PS en sp.a zitten de volgende vijf jaar immers in heel andere posities. Terwijl sp.a regionaal en federaal naar de oppositie verwezen is, kan de PS nog steeds de machtspartij uithangen in Wallonië. Als dominante partij in Franstalig België zal de PS trouwens heel wat onderhandelingen voeren met de federale staat. De ene helft van de socialistische familie gaat dus voluit in oppositiemodus, terwijl de andere helft deals sluit met de centrumrechtse aartsvijand. Daar komt nog eens bij dat sp.a de komende jaren vrijwel zeker nauwer gaat samenwerken met Groen. De PS zal daarentegen geen alliantie aangaan met Ecolo. Ook dat zal de wegen van de sociaaldemocratische sp.a en de ouderwets socialistische PS verder uit elkaar leiden. De komende jaren kunnen zo wel eens de zwanenzang van de socialistische familie zijn.

De ontbinding van de unitaire partijen was een enorme impuls voor de langzame ontbinding van het land. Als ook de politieke families verworden tot een schaamlapje, zal de realiteit van het tweestromenland nog verder versterkt worden. Het is de zwanenzang van België. Alles is steeds minder met elkaar verbonden.

 

Foto: (c) Reporters

Daniël Walraeve (1988)  is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven. 

Commentaren en reacties