‘Nobelprijs’winnaar 2010: ontmantel eurozone (of doe het onmogelijke)
Maandag - Europadag
Vorige week donderdag trok de ‘Nobelprijs’winnaar economie van 2010 Christopher Pissarides zijn steun in voor de euro. Volgens hem heeft de gedeelde munt een ‘verloren generatie’ werkloze jongeren gecreëerd en moet de muntunie worden opgebroken.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementChristopher Pissarides (1948) is een Cypriotisch-Brits econoom. Hij kreeg in 2010 de Prijs van de Zweedse Rijksbank voor economie – de prijs die meestal foutief Nobelprijs voor economie wordt genoemd – voor zijn onderzoek naar zoekfricties op markten. Hij is hoogleraar aan de London School of Economics (LSE), een zeer pro-EU bastion in hartje Londen. Sir Christopher Pissarides was ooit een belangrijke voorstander van een gemeenschappelijke munt.
Hij verwijt de euro nu ‘Europa te verdelen’. In zijn openingcollege als Regius Professor donderdagavond zei hij: ‘De eurozone moet ofwel op een ordelijke manier worden ontmanteld ofwel moet het roer helemaal worden omgegooid om groei en banencreatie terug mogelijk te maken en te vermijden dat er een verloren generatie ontstaat van hoog opgeleide jongeren.’
‘We zullen nergens geraken met de huidige lijn van ad hoc besluitvorming en inconsistent schuldverlichtingsbeleid. Het huidige beleid stabiliseert de euro maar kost banen in Europa en creëert een verloren generatie van goed opgeleide jongeren. Dit is niet wat de founding fathers beloofd hebben.’
Het roer omgooien
In 2008 overtuigde Professor Pissarides Cyprus om lid worden van de muntunie. Daarover zegt hij nu: ‘ Ik was helemaal verkocht. Toen zag de euro eruit als een geweldig idee. Maar het tegendeel is gebeurd. De euro houdt de groei tegen, maakt het scheppen van banen onmogelijk en het verdeelt Europa. De huidige situatie is onhoudbaar. ‘
Wat er volgens hem moet gebeuren:
- Er moeten moedige beslissingen komen op financieel en budgettair gebied. Dit betekent een U-bocht voor degenen die staan voor het besparingsbeleid en zou waarschijnlijk stemmen kosten in de rijke landen van Noord-Europa.
- De huidige plannen om de Europese Centrale Bank (ECB) om te zetten in een toezichthoudende autoriteit moeten sneller vooruit gaan. We hebben een echte bankenunie nodig.
- Het begrotingstoezicht moet nog meer gecentraliseerd worden, liefst door een onafhankelijke instantie – een in Brussel gevestigde ‘begrotingsbeleidraad’.
- Bezuinigingen vernietigen banen. De Trojka – de Commissie, de ECB en het IMF – en de nationale regeringen moeten minder besparen.
- We moeten meer investeren in Europa.
‘Als we het roer niet kunnen omgooien, kunnen we het evengoed opgeven,’ besloot Pissarides. De econoom heeft niet de intellectuele moed om de correcte conclusie te trekken, want de voorwaarden die hij stelt voor een werkende euro klinken bijzonder onrealistisch. Wie de Europese politici de voorbije jaren door de modder heeft zien waden, weet dat de U-bocht waar de professor op hoopt er niet komt. Toch is het voor een eurofiele professor als Pissarides al een enorme stap om het einde van de euro als een valabele optie voor te stellen.
In officiele kringen, zoals bijvoorbeeld het Europees Parlement, mag er niet gepraat worden over het einde van de euro. Niemand binnen de Commissie, de Europese Centrale Bank of eender wie op dat niveau heeft de mogelijkheid van het einde van de eenheidsmunt zelfs nog maar durven opperen. Dat een belangrijke pro-europese prof dat nu toch doet, is echt wel nieuws.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.
Marianne Thyssen is het slachtoffer geworden van een Tjevenstreek: de haar toegekende Europese portefeuille is niet zo dik als verwacht.
De reislust voert uw schrijver naar de Maas en Brussel, waar hij onthaald wordt door een villa, kunstschilders en een schaamteloos jonge fotograaf.