JavaScript is required for this website to work.
post

Stammentwist tot in de kist

Luc De Vos postuum ingelijfd

Daniël Walraeve30/11/2014Leestijd 2 minuten

In de grote stammentwist tussen ‘N-VA’ en ‘anti-N-VA’ moeten nu ook de doden in het gelid. Als zelfs de rouw ons niet meer verenigt, is er ergens onderweg iets grondig fout gelopen. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zelfs jeugdhelden gaan dood. Op een dag zal het zelfs Urbanus overkomen. Dan komt het bericht dat de oerkomiek, die talloze Vlamingen en zoveel generaties aan het lachen bracht, echt gestorven is. Je kan alleen maar hopen dat er op dat moment geen enkele krant zo onbeschaamd zal zijn om Urbain te reduceren tot interviewtitels als ‘Di Rupo is een mediageile starfucker’, ‘Bart De Wever beloofde me 72 maagden in Wallonië‘ of ‘Driekwart van al die socialisten zijn gewoon rechtse zakken’. Het zijn allemaal titels die ooit boven een interviews met Urbanus van Anus stonden, maar natuurlijk laat je een geliefd icoon na de dood niet meer opdraven om een halfslachtig politiek puntje te scoren. 

Gorki-zanger Luc De Vos werd weinig rust gegund. Amper was zijn onverwachte en aangrijpende overlijden bekend, of hij mocht postuum nog eens opdraven om N-VA-voorzitter Bart De Wever in de hoek te zetten. Het is ronduit onbegrijpelijk dat sommige mensen bij De Morgen het een goed idee vonden om meteen na het overlijden van de Gentse minnestreel uit te pakken met de interviewtitel ‘De hel, dat is het paddenkoppenland van De Wever‘. Het polariseren zou mogen stoppen bij de grens tussen leven en dood. Luc De Vos is van iedereen. Hoe futiel is het om hem nog snel even op te eisen. Overigens: in het bewuste interview gaat het slechts een enkel keertje (en dan nog zijdelings) over De Wever – eigenlijk gaat dat mooie gesprek meer over geluk hebben, en hoe dat er dan uitziet. Maar natuurlijk kwam BDW in de titel: goed voor de clicks, snapt u. 

Het is zo zonde: dan zijn we het eindelijk gewoon eens, moet die klotepolitiek er weer bijkomen. Want rechts, links, pathetisch voor De Wever of pathetisch tegen De Wever: we kunnen allemaal zo meebrullen met Anja, Mia of Lieve Kleine Piranha. ‘Soundtrack van mijn jeugd’, klonk het uit talloze hoeken van de sociale media, bij alle soorten mensen, bij alle leeftijden en gezindten. Is het dan echt nodig om te onderstrepen dat de stem van zoveel generaties iets meer in dat kamp zat, die persoon wat minder leuk vond, wellicht zus of zo stemde? Is het dan echt nuttig om de regel ‘de middenstand regeert het land‘ in 1000 variaties te herinterpreteren als een striemende kritiek op centrumrechtse regeringen in het algemeen en het kabinet Michel in het bijzonder? Waar zijn we eigenlijk mee bezig? 

Er is geen kunst aan politieke recuperatie. Wil u een Vlaams-Nationalistische lezing? Kan ongeveer zo gaan: ‘Luc De Vos heeft overtuigend bewezen dat de taal gans het volk is: alleen maar omdat onze moedertaal onze ziel is, raken de liedjesteksten van De Vos keer op keer zoveel Vlamingen. Bovendien bevestigt Luc De Vos in de dood het bestaan van twee democratieën binnen België: terwijl heel Vlaanderen treurt om haar tedere troubadour, weten ze in Wallonië amper dat Gorki meer is dan een stad in Rusland’. Voila, Luc De Vos was een Grote Vlaming, ‘ene van ons’ en de complexiteit en nuance van situaties en mensen kan verder rustig de pot op.

Het maatschappelijke debat in Vlaanderen is al een tijdje aan het verzieken. De laatste tijd loopt het de spuigaten uit. Ergens is een nieuw geloof ontstaan: dat er in Vlaanderen twee verschillende mensensoorten bestaan, dat deze niet gelijkwaardig zijn, dat de enen neoliberale gefrustreerden zijn en de anderen oudlinkse idioten. Het primaat van de politiek: mensen zijn de partij die ze gesteund hebben tijdens de verkiezingen, of die ze vandaag nog wel eens willen verdedigen in een discussie. Alles wordt daartoe herleid – vaak op een zeer emotionele manier. De toon is meestal bitter, zelfs vrienden gaan elkaar bekijken met een partijpolitieke bril. Iedereen moet in een hokje – de doden zijn geen uitzondering. 

Tijd voor bezinning. 

Daniël Walraeve (1988)  is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven. 

Commentaren en reacties