Vergangenheitsbewältigung: Duits woord zonder vertaling
Waarheen met het verleden?
De ‘onthullingen’ over het verleden van Angela Merkel zouden bijna doen vergeten dat Duitsland meedogenloos open omgaat met de eigen geschiedenis. We kunnen ons maar beter niet te vrolijk maken bij de gedachte aan een jonge Merkel die met het rode boekje zwaait: er valt heel wat te leren van de Duitse confrontatie met het verleden. Want niets zo hedendaags Europees als een moeilijk gisteren.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet nieuwe boek Das erste Leben der Angela M. haalde krantenkoppen met het ‘nieuws’ dat bondskanselier Merkel voor de val van de DDR actief zou zijn geweest in communistische partijorganen, onder andere als propagandaverantwoordelijke bij een jongerenafdeling. In Duitsland was al langer bekend dat Merkel enkele partijfuncties had gehad, onder andere als ‘cultureel verantwoordelijke’ bij de jongerensectie. Zeer ophefmakend of relevant voor de huidige politiek van Merkel is het nieuws dus niet, maar de berichtgeving zou de indruk kunnen wekken dat de Bondsrepubliek nog worstelt met het donkere en dictatoriale verleden. In werkelijkheid zou Duitsland er op dat vlak wel eens stukken beter aan toe kunnen zijn dan andere Europese landen.
De Duitsers zijn zo verwoed bezig met het voortdurend verteren van hun verleden dat ze er een eigen woord voor hebben uitgevonden: Vergangenheitsbewältigung. Het staat voor een complexloos, openbaar en volgehouden proces waarmee de Duitsers op een bijna sadomasochistische manier schuld belijden voor de misdaden van het nazi-regime en, in mindere mate, de DDR. De beslissing om de archieven van de geheime dienst Stasi openbaar te maken is bijvoorbeeld opvallend want in feite vrij uitzonderlijk. Vele andere Europese landen gaan veel minder transparant om met de recente zwarte bladzijden uit het nationale geschiedenisboek.
Tegenover het Duits model van brute openheid wordt vaak het Spaanse model geplaatst. In Spanje duurde het decennia voor er luidop vragen werden gesteld over de falangistische dictatuur. Het dictatoriaal regime van Franco heeft volgens de berekeningen van Edward Malefakis, professor van de Columbia University, 10 000 maal meer moorden op het conto dan Benito Mussolini. De cultuur van stilte na de val van Franco werd aangevuld met de algemene amnestie van 1977. Hoewel het Spaanse parlement, de Cortes, in 2007 de Ley de Memoria Histórica de Espana aannam, ligt de omgang met het verleden nog steeds moeilijk in dat land. Onderzoeksrechter Baltasar Garzón ijverde voor het openen van massagraven en het vervolgen van oude Franco-getrouwen. Hij werd in 2009 door de Spaanse Hoge Raad bedankt met een beschuldiging van ambtsmisbruik. Tijdens zijn proces in 2012 kwamen zelfs getuigen a décharge het Franco-regime de facto verdedigen. Spanje is tenslotte ook het land van de Partido Popular, een rechtstreekse opvolger van de falangistische Alianza Popular. Ex-premier José-Maria Aznar was in zijn jeugd zelf lid van de falangistische jongerenwerking.
Tussen Spanje en Duitsland ligt een Europa dat eveneens een loden erfenis van terreur met zich mee torst. De twintigste eeuw was een eeuw van geweld en onderdrukking, wat overal zijn sporen heeft nagelaten. Ex-Joegoslavië en de ex-Sovjet-republieken zijn bekende voorbeelden, maar in andere landen is er het oorlogsverleden en de koloniale periode. Hier moeten we eerst en vooral voor eigen deur vegen. In hoeverre is België in het reine met het verleden van collaboratie en repressie? Stellen we fundamenteel en voldoende in vraag welke rol koningshuis, politici, bankiers en bedrijfsleiders hebben gespeeld in Belgisch Congo? Is de kous echt af met excuses in Gent en Kigali?
Het recht om te weten, staat tegenover het recht om te vergeten – beide hebben interessante en valabele argumenten. Ook binnen de academische wereld loopt een druk gedachtewissel over de omgang met het verleden en gerechtigheid na dictatuur. De kwestie smeekt om een publiek debat. Voorlopig blijft het bij kleine, mediagenieke opstootjes – denk maar aan de controverses rond paus Benedictus XVI (die als jonge Joseph Ratzinger lid is was van de Hitlerjugend) of paus Franciscus (die als provinciaal Jorgé Bergoglio de junta in zijn land niet streng genoeg zou veroordeeld hebben). N-VA-voorzitter De Wever wordt met de regelmaat van een klok nog eens herinnerd aan de vermeende autoritaire sympathieën in zijn familie, maar een georganiseerde, gezamenlijke en begeleide poging om volwaardig in het reine te komen met de donkere bladzijden in de geschiedenis blijft veelal uit. Het bericht dat een vooraanstaande Europese leider in een niet-democratisch verleden deel uitmaakte van het probleem in plaats van de oplossing, had een aanleiding kunnen zijn voor een bredere denkoefening over de demonen van ons vermoeide continent. Maar de vraag hoe het nu in hemelsnaam verder moet met het verleden, blijft voorlopig open.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Daniël Walraeve (1988) is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven.
Met een communautaire campagne graaft De Wever zijn eigen graf. Dat vertikt hij.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.